discussie handig gebruik om zijn beginselen ingang te doen vinden bij het christe lijke publiek. „En zij, die niet door het machtige beginsel des geloofs weerhouden worden", ging Littooy bezorgd voort, „staan gevaarlijk". Gelukkig voor hem bleek Talma zijn onderwerp geheel meester, zodat hij de aanvallen van de jonge tegen stander kon weerstaan. In Vlissingen leerde Talma de arbeiders van „de Schelde" kennen. Hij stelde vast dat het niet de minsten waren die toetraden tot de socialistische beweging. De omstandigheden op „de Schelde" brachten hem tot het inzicht dat de econo mische verhoudingen Katers metselaars-denkbeelden meer en meer ongeschikt maakten voor Patrimonium. De tijd ging voorbij dat knechts zelfstandige bazen werden. Wie loonafhankelijk was zou dat waarschijnlijk blijven. Patrimonium moest daar rekening mee houden. Talma werd voorstander van vakverenigingen en ging daarin verder dan Kuyper. Hij verdedigde het stakingsrecht, want de rol van de arbeider werd behalve door plichten, ook bepaald door belangen en rechten. De arbeider moest zich ervan bewust worden dat hij aanspraak mocht maken op rechten, zoals het kiesrecht, en wanneer zijn belangen gekrenkt werden, mocht hij zich verdedigen. Talma richtte in Vlissingen op 11 november 1893 met twintig leden de eerste protestantse metaalbewerkersvakvereniging op. Deze vereniging had behalve de strijd tegen de socialisten tot doel om de zondagsrust te bevorderen en een goede verhouding tussen patroons en werklieden te bewerkstelligen. Vooral onder de smeden van „de Schelde" schijnt zij aanhang te hebben gehad. Op haar toppunt, in 1896, had de vereniging 26 leden. Dat was een magere ontwikkeling vergeleken met die van de Patrimonium-afdeling als geheel. Hadden de Middelburgse en Vlis- singse afdelingen in 1892 samen 236 leden, in 1894 had de Vlissingse afdeling alleen al 232 leden en het jaar daarop 234. Het is mij niet bekend hoe de Middelburgse afdeling zich ontwikkelde, maar ik vermoed dat de voorspoed daar geringer was. Vergaderend in het Bogardzaaltje, maakte zij zich vooral warm voor de instelling van een kamer van arbeid, een orgaan waarin werkgevers en werknemers conflicten en loon- en arbeidsverhoudingen zouden kunnen bespreken. Niet alleen via Patrimonium trachtte Talma overigens het lot van de werklieden te verbeteren. Met zijn zwager dr Duyvis probeerde hij diakonessen in Vlissingen aan te stellen, hij poogde de diakonie arbeiderswoningen te doen bouwen en door een Centraal Comité van Armenzorg de armenzorg in het algemeen in Vlis singen te verbeteren. Veel van zijn plannen stuitten af op tegenstand van de geves tigde machten in de kerk en dat leek hem te frustreren>A\s ik 's Zondags preek, en de kerk is vol, dan vinden zij mij hier een kranigen dominee. En als ik het hun dan zeg in de preek, dat zij gemeente en volk verderven met hun mammon- nisme, en in de week mijn best doe om op de vragen die op mijn hart wegen voor ons volk, een antwoord te zoeken in de Schrift, dan zijn zij vriendelijk genoeg om dat te dragen, omdat ik er hier het kerkbezoek nog al bovenop help". Maar ver anderen kon hij weinig en toen hij in 1895 naar Arnhem vertrok, viel de Vlissingse afdeling geleidelijk terug. Bijbelkennis en godsdienstige vertogen kwamen in de plaats van pleidooien voor maatschappelijke verandering. De Vlissingse af deling had in 1896 nog 204 leden, de metaalbewerkersvakvereniging verdween zelfs tijdelijk in 1898. 78

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1989 | | pagina 82