Rapport omtrent de onderzoekingen naar de loonstandaard der landarbeiders in Zeeland, gedaan in den Ring Walcheren van Patrimonium* II. Rapport Hoewel niet op alle aanvragen om inlichtingen antwoord inkwam, is het toch mogelijk de loonstandaard en emolumenten vast te stellen. Onder loonstandaard moet echter verstaan worden, wat gemiddeld, zowel des zomers als des winters verdiend wordt door de vaste arbeiders op het platteland echter zullen we ook kennis nemen van de losse. Om de duidelijkheid goed in het oog te vatten, spreken we niet over jonge knechts, maar meestal van gehuwde lieden. Want op het loon van de jonge lieden kan men geen staat maken in verband met ouderdom, enz. Laten we eerst Walcheren onder handen nemen. Over het algemeen wordt daar 1per dag verdiend. Van Serooskerke, Westkapelle en N.- en St. Joosland, w.o. Souburg, werden de cijfers van 1en 1,02 [1,20 verstrekt, met uitzondering van hen, die met het vastgestelde loon niet medegaan, maar nog vastzitten op het oude stokpaardje, voor hoe minder hoe beter, met een loon van 0,90 per dag voor zekere tijden van het jaar. Voor het meerendeel wordt echter 1daags betaald, enkele 1,10 of/ 1,25 met de hoogste uitzondering van 1,50. Doch een gansch jaar wordt het laatstgenoemde loon nergens betaald. Daarbij vallen af feest- en andere verletdagen, w.o. ook regendagen. Een hoog loon mag derhalve zulks niet genoemd worden, vooral voor dien arbeid, die veel van den arbeider eischt, waar de zomer onder moet gerekend worden, inzonderheid in den tijd van den oogst. Wanneer zoo'n daggeld per uur moet berekend worden en dat mag en moet, komt men tot treurige resultaten, daar ook in de drukste tijden, wieden, hooien en oogsten toch hetzelfde loon van 1wordt betaald. Waar het niet overdreven is, om dan een werkdag van 12 uren te noemen, daar komt men tot de becijfering van 100 12=8, dus 8 cent voor een arbeider, die al zijn krachten moet inspannen, in de hitte des daags, per uur. In de winter is natuurlijk de dag korter, maar er wordt toch nooit meer verdiend dan 12 (zegge twaalf) cent per uur. Dit is natuurlijk nog te weinig in verband met wat er des zomers voor gewerkt wordt. Dus verdient men dan nog geen hoog loon. Nu wordt er ook in het aangenomen gewerkt, naar dien prijs berekend, doch meestal door twee arbeiders, voornamelijk het wieden. In Noord- en Zuid Beveland en Zeeuwsch Vlaanderen wordt ook door vaste arbeiders in het aangenomen gewerkt. Nu verdienen de vaste arbeiders wel eens iets meer, maar dat is zoo wisselvallig en hangt van allerlei omstandigheden af, waarop wij straks terug komen. Bij de meeste plaatsen, waarvan echter Koudekerke mag uitgesloten worden, wordt geen rekening gehouden met feestdagen. Ook bij ziekte, begrafenisplechtigheden en andere treurige zaken wordt het loon dadelijk ingekort. Hierdoor heeft de vaste arbeider o zoo weinig weken, waarin het volle loon wordt genoten (minimum 5,40, maximum 9,~). Het behoeft zeker geen betoog, dat zulk een loon onvoldoende is in dezen tijd. Producten, woning, enz. stijgen, doch het loon niet. Wat daarvan het gevolg is ligt voor de hand. Allemaal krimpen en nog eens krimpen. We zullen ons onthouden om een tabel over te leggen van het allernoodigste in het gezin en daarnaast het loon. Maar er is een zwakke lichtzijde. Een boerenarbeider heeft zijn emolumenten. Daar wordt door schier geen werkgever van afgeweken in de omgeving waarin ze worden verstrekt en die verschillend zijn voor het eene eiland en het andere. Daarin wordt door de patroon menschelijk gehandeld en op allerlei wijze vergoed wat te weinig aan loon wordt betaald. Bij enkele bestaat de gewoonte vrije woning te verschaffen of een stukje grond goedkoop of voor niets af te staan, zoodat bij eenige inspanning in een gunstigen zomer de huishuur kan worden betaald. Ook wordt goedkoop boter verstrekt en gras, wat voor den arbeider zijn geiten of dergelijke kan dienen. Toch mag dit niet als regel worden beschouwd. Afgedrukt in „De Zeeuw, Christelijk-Historisch Nieuwsblad voor Zeeland", 4 en 6/1/13. Ter vergelijking met de hierna volgende looncijfers: bij drukkerij Altorffer in Middelburg werd in 1904 gemiddeld per personeelslid (inclusief de leerjongens dus) 376,- per jaar verdiendop „De Schelde" in 1905 gemiddeld 530,- (uurlonen, het in tarief oververdiende dus niet mee gerekend). 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1989 | | pagina 88