Of dit den toestand in Zuid-Beveland in het algemeen teekent, beoordeelen wij daarom niet, wel dat er zulke toestanden bestaan. Dit bericht gewerd ons van Nieuwdorp. Op andere plaatsen is het loon ook niet veel beter. Kapelle-Biezelinge en omliggende dorpen 's zomers 7,~ tot 9,--, 's winters 6,~ tot 7,50 Wilhelminadorp in 't voorjaar 110 a 1,20, 's zomers1,50 a 1,60 W olfaartsdijk 0,90 a 1in den winter, in den zomer 1,20 tot/1,50 Baarland/1,- a 1,20 in den winter, in den zomer/1,50 Krabbendijke, Rilland-Bath en Waarde 1,~ tot1,50. Met aangenomen werk wordt er meer verdiend, maar dat heeft ook groote schaduwzijden, daar komen wij straks op terug. Dat alzo een arbeider, die ternauwernood van zijn arbeid kan leven en het met een slechte voeding moet doen, niet met voldoende krachtsinspanning zijn werk kan verrichten, laat zich begrijpen. Dat de patroon hiervan de nadeelige gevolgen ondervindt is zeker, al wordt dit nog te weinig door hen ingezien. Het pleit niet voor de arbeiders als zij redeneeren, we hebben toch maar 1we behoeven niet zooveel te doen. Maar de praktijk leert dat in het aangenomen werk meer wordt gepresteerd. Ook sommige berichten wijzen erop. In bepaalde gedeelten vooral, maar over 't algemeen komt overal in Zeeland het aangenomen werk voor, omdat het spoediger klaar is. Dan worden volgens opgaven wel loonen van1,75,/ 2,-- a/ 2,50 verdiend. Maar daar staat tegenover dat hier alles afhangt of het druk isvan weer of wind. De arbeider kan eerder de dupe dan gelukkige zijn. Daarom zeggen de door enkelen genoemde cijfers, hoeveel soms wel verdiend wordt, o zoo weinig. Het zijn altijd uitzonderingen waar bij het vaststellen van het loon die niet als maatstaf mogen worden gebruikt. Daarbij worden meestal twee dingen vergetenle, dat het een betrekkelijk korten tijd is en 2e, dat te veel van de arbeidskracht wordt gevergd, al wordt het gedaan. Zien we nu eens naar Schouwen en Tholen. Daar bestaan twee categori[e]ën van arbeiders, gewone en paardenknechts, die verdienen ongeveer/420,— per jaar, ook de gewone landarbeiders verdienen daar ongeveer300,- tot325,-. Wat Tholen betreft kan hetzelfde worden gezegd, al kregen we geen enkele inlichting. In het vierde district varieeren de loonen van 1,~ tot 1,25 de vrouw verdient/0,75, dan zijn al de emolumenten daar bij gerekend en zijn de hoogste loonen. In het vijfde district2 in Januari f7,-- a 7,50, Febr. idem, Maart 5,— a/ 6,25, April idem, Mei en Juni 7,— a 7,50 enz. ook enkele maanden waarin hooger loon verdiend wordt 8,—,/ 9,— en 10,-, deze echter worden behaald in aangenomen werk. Zoo ziet men dat de loonen over het algemeen te laag zijn en een treurig verschijnsel moet het worden genoemd dat juist de groote gezinnen zoolang de kinderen klein zijn onder den druk der lage loonen en hooger loon naarmate het kindertal toeneemt, hoegenaamd niet voorkomt. Dat de arbeider recht heeft op een voldoend loon voor levensonderhoud, wordt niet bemerkt. Wel komt de patroon hem in veel dingen tegemoet buiten het loon, door dit of dat te krijgen, maar men voelt dat zulks de arbeider in een slaafsche verhouding brengt en zulke gekregen dingen bij een of ander verschil zoo makkelijk worden ingetrokken. Bestaat er wel een rechtspositie voor den landarbeider De beste onafhankelijke aanvulling van loon is nog het in bezit nemen van een stukje grond, al moet daarbij al de vrije tijd worden opgeofferd, en omdat loonsverhoging in 't algemeen dikwerf niet verkregen wordt dan na veel strijd en tallooze onaangenaamheden voor den arbeiderdit echter bewaart hem voor volslagen armoede, al is het geen middel waarmee we dwepen. Hiermee zijn we aan het einde van ons rapport gekomen. We hebben getracht zoo objectief mogelijk te zijn Thans rest ons 3e punt, nl. III. Condusiën en wenken Onze conclusiën zijn in 't kort saam gevat deze 1. De loonstandaard der landarbeiders is in Zeeland dooreengenomen te laag. 2. Dat er, 2. Dat er niettegenstaande de lage loonen, betrekkelijk gunstige toestanden gevonden worden, vindt zijn oorzaak in bijkomstige omstandigheden. 3. De zekere welvaart in vele arbeidersgezinnen komt veelal door het in bezit hebben van een stukje grond, het uit werken gaan van de vrouw, de mede-arbeid der kinderen of doordat een gezin uit slechts twee personen bestaat. 86

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1989 | | pagina 90