comité bij elkaar gebracht om een permanente ('s zomers dan) tentoonstelling te
organiseren. Het comité bestond uit Hart Nibbrig, die op Zoutelande een huisje
had en daar veel gewerkt heeft, Jacoba van Heemskerck met haar min of meer
abstract werk afgestemd op de „Sturm" in BerlijnToorop zelf als onze President, en
ik als secretaresse. Dit comité heeft jarenlang op de meest vriendschappelijke en
eensgezinde manier de jaarlijkse tentoonstelling in het aardige witte gebouwtje
gehouden. Wij inviteerden, of liever Toorop inviteerde (ik schreef de briefjes!)
buitenlandse artiestenle Fauconnier, Lodewijk Schelfhout, Braque, Mondriaan,
ook v. Konijnenburg, Roland Holst, Paul Schultze en natuurlijk ook de Zeeuwse
schilders".
Niet iedereen die werd uitgenodigd kwam, maar de catalogi van de tentoon
stellingen laten desondanks een indrukwekkende rij namen zien. Jan Toorop (1858-
1928) was het middelpunt van alles. Hij werd, omstreeks 1890, als leider van de ver
nieuwing in de Nederlandse kunst beschouwd. Naast zijn eigen werk begon hij zich in
die dagen te richten op het samenstellen van exposities.
In 1898 kwam hij vermoedelijk voor het eerst naar Domburg, op uitnodiging
van generaal Drabbe, de vader van Mies Elout-Drabbe, en misschien ook wel
enthousiast gemaakt door verhalen van vrienden als de Nijmeegse wijnhandelaar
Nolet en de Belgische architect Henri van de Velde, die beiden Domburg kenden. De
aanwezigheid van de beroemde arts Dr. Johann Georg Mezger (18 38-1909) in de bad
plaats zal zeker ook een rol hebben gespeeld voor de met zijn gezondheid sukkelende
Toorop. Tijdens zijn eerste verblijf in Domburg maakte Toorop een prachtige krijt
tekening van de generaal met zijn dochter. Mies zou vaker model voor hem staan.
Krijttekening door Jan Toorop van generaal Drabbe met dochter Mies (1898)
90