Dregmans, de burgemeester die niet bij de
Duitsers op de thee ging
Kees Bos en Dorine Noorlander
Inleiding
De burgemeester. Voor de autochtone Koukerkenaren is dat nog steeds Dregmans.
Koevoets, Francke en Plomp kwamen na hem; de laatste is thans als zodanig in functie.
Maar dé burgemeester, dat is voor velen de inmiddels negentigjarige Dregmans. Korte
gestalte, kaarsrecht, heldere blik - je kunt hem nog dagelijks tegenkomen, is het niet op
de fiets, dan lopend. Hij is bescheiden, eenvoudig, heeft een soort natuurlijke, respect af
dwingende autoriteit. Meer een luisteraar dan een verteller. Maar als hij eenmaal vertelt,
dan is er tegelijkertijd hel boeiende van zijn betrokkenheid en de humor van zijn vermo
gen om afstand te nemen. Die humor zie je ook in zijn ogen en je hoort het in de tussen
zinnen, waarmee hij situaties en vooral zichzelf relativeert. Hoewel ze hem toen hij in
Koudekerke kwam - dat was in 1935 - lang niet allemaal zagen zitten, heeft hel niet lang
geduurd voor de afwachtende houding omsloeg in waardering voor zijn persoon en voor
zijn consequente, strikt onpartijdige houding, zijn aandacht en interesse voor iedereen.
Hij was niet de burgemeester voor een bepaalde groepering, maar hij stond boven de par
tijen. De angst van Willem Roose dat Dregmans als Gereformeerde en lid van de Anti-
Revolutionaire Partij (ARP) dat volksdeel zou bevoordelen boven de traditioneel in Kou
dekerke overheersende Hervormden en Christelijk Historische Unie-aanhangers (CHU)
sloeg om i.t enthousiasme en sympathie.
De installatie van burgemeester J.L. Dregmans in 1935
98