De terugkeer van de burgemeester Toen Dregmans op die historische dag in november van 1944 terugkwam naar zijn dorp was het volgens Willem Roose feest. Groot feest. Walcheren stond nog onder water en de Duitsers waren nog niet allemaal verdwenen, maar zijn terugkomst was tegelijker tijd symbool voor de bevrijding, voor een nieuwe toekomst, als voor de terugkeer naar de oude verhoudingen. Dregmans, de burgemeester, die het als enige bestaan had om in oor logstijd de uitnodiging voor een ontvangst bij de Beaufiragte van de Reichskommissar Willi Miinzer op Der Boede af te slaan. Hij wist het toen niet, maar met die stijlheid. zijn principes eigen, heeft hij meer dan dorpsgeschiedenis geschreven, ook al wordt noch zijn naam, noch deze houding vermeld in het tweede deel van Zeelands oorlogsgeschiedenis. We spraken met hem over die tijd en met de een jaar jongere Willem Roose, die de ge schiedenis van bijna een eeuw Koudekerke niet alleen vertegenwoordigt, maar ook mede kleur heeft gegeven. En met mevrouw Mosselman, die met haar bijzondere oog voor per soonlijk accent het verhaal voltooit. Haar herinneringen vormen als het ware het derde paneel van een drieluik. Een verslag. Willem Roose: We zaten wel al onder water toen hij hier terugkwam, want hij is met de hoot aangekomen. Ik was die dag zo oververmoeid, dat ik tegen mijn vrouw zei: "Ik ga een poosje met de kano weg, want ik moet een ogenblik tot rust komen"Ik stapte net in, toen kwam er een politieagent, die riep: "Roose. Roose!" Ik zei: "Kan ik nu niet eens een half uurtje weg"Zei hij: "De burgemeester is t' er!" Nou, toen is alle moeheid van me afgenomen en ik vloog terug naar de secretarie. Dat eindje van hotel Walcheren tot het gemeentehuis, daar heeft de burgemeester een halfuur voor nodig gehad om er te komen. Want het liep als een lopend vuurtje door het dorp: "De burgemeester is t'er, de burge meester is t'er...!!" En iedereen vloog d'er naar toe, en hij kon glad niet bij de secretarie komen. Toen hij er eindelijk was, zei hij tegen me: "Nou, Roose, ik heb onderweg in de boot al van alles gehoord, maar wat doen we nu." Ik zei: "U bent toch weer burgemees ter! Maar ik zou willen dat u morgenochtend pas, om tien uur uw functie weer opneemt" Hij zei: "Dat is goed"En toen heb ik te paard naar heel het dorp en naar de duinen en naar de Vlissingsestraat - er woonden overal nog mensen - bericht gestuurd. Ik wou dat u het gezien had, die volgende morgen. Toen kwamen van alle kanten wagens aangere den. Het hele plein voor het gemeentehuis was vol met mensen om de burgemeester te be groeten. En toen zei ik: "Nou burgemeester, u heeft het woord"Hij sprak een paar woor den, en wat nooit gebeurde, de burgemeester zei een paar zinnen, en toen kon hij niet meer. Het greep hem zo aan, dat hij niet meer kon praten. Toen heb ik een toespraak ge houden. Als voorzitter van verenigingen heb ik dat dikwijls moeten doen, maar ik wou, dat ik van die ene toespraak een bandje had. Ik geloof dat ik nooit gemakkelijker gepraat heb dan die morgen. Vol blijdschap dat hij er was. En toen heeft hij direct weer het be stuur overgenomen...' Willem Roose hoefje niet aan te sporen. Hij is een boeiend verteller. Hij schildert in woorden de vooroorlogse periode, de oorlogsjaren en de tijd ema. Het enige moment, waarop hij zelf geëmotioneerd raakt en waarop zijn stem verstikt, dat is als hij de terug komst van Dregmans beschrijft. Dregmans zelf is laconieker. Hij vertelt, dat hij het grootste deel van de oorlogstijd na zijn gijzeling in Haaren. in Bergen op Zoom heeft gewoond. Dat mocht eigenlijk niet, hij 99

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1990 | | pagina 101