tijd als een zeer wezenlijke, existentiële situatie werd ervaren. En wat moet je dan doen? Wie wordt er voor zo'n dilemma geplaatst en wie niet, wanneer weet je dat er een grens is die je niet moet overschrijden? En was daar in dit geval sprake van? Tekenend zijn uitspraken van Dregmans, als we hem ernaar vragen hoe hij over de mensen denkt, die wél naar het feestje van Münzer zijn geweest, of naar hen die meegin gen met een tiendaags uitstapje naar Duitsland om daar de landbouw te bekijken 'Kijk. al die mensen die wel naar Der Boede gingen, naar het feestje van Münzer. ik weet zeker dat er velen zijn. die het niet als een lolletje hebben beschouwd. Voor dat reisje naar Duitsland ben ik gelukkig niet gevraagd en dat is maar goed ook, dan hoefde je er ook niet over na te denken. Dorst, die overigens een flinke vent was, die is toen meegegaan en daar heeft hij heel zijn leven onder geleden, dat hij dat gedaan had. Hij is later ook gij zelaar geworden. Het is moeilijk te weten of je ergens goed aan doet of juist niet. Dat geldt ook voor sommige dingen die in het verzet zijn gebeurd. Als er Engelsen neerge schoten werden en die liet je dan bij je onderduiken, dan wist je van tevoren dat als het uitkwam, dan werden die Engelsen krijgsgevangen gemaakt, maar wie hen verborgen had gehouden werd doodgeschoten. Dan vraag ik. is het dat waardIs het verantwoord als je vrouw en kinders hebt en die waren er - datje daar je leven voor op het spel zet?" Op 13 juli 1942 is Dregmans opgepakt. Dat was met de tweede groep gijzelaars. De relatie met de weigering om bij Münzer op de thee te komen lijkt duidelijk. Maar er waren meer dingen. Zoals het feit dat de burgemeesterskring niet meer officieel vergaderde, na dat in Westkapelle een NSB-burgemeester was benoemd. Men ontmoette elkaar gewoon stiekem, als een soort kennissenkring. Toen Dregmans aanwijzingen kreeg dat er 'iets niet goed zat', dacht hij nog niet direct dat hij zelf opgepakt zou worden. Eerder dominee War ners: 'We hadden hier een hervormde dominee. Warners, een jonge vent. een beetje een kwajongen. Die had gezegd: "Jongens, als de bevrijding komt. dan houden we Tanis vijf minuten met z' n kop onder water"Tanis dat was een nogal felle NSB'er hier in het dorp. Ja. dat rolde natuurlijk verder. En toen hoorde ik 's zaterdags voordat ik 's maandags op gepikt ben, dat het niet goed zat. Dus. ja, 't was toch wel een beetje spannend. Toen dacht ik niet over mezelf, hoor. Dus ik belde Warners op en ik zei:"Flip. jongen, ga je werk schoenen maar gereed zetten, want ik vertrouw het niet. Maar ze kwamen niet om hem, ze kwamen om mij... In Haaren heeft Dregmans het niet echt slecht gehad, vertelt hij. De passage, waarin hij meldt dat hij twee keer meemaakte, dat er iemand doodgeschoten werd, kadert de ernst van de situatie in. De nu negentigjarige Dregmans: 'Ik zou mijn leven nog best over kun nen doen. Die moed heb ik. Maar die vijfjaar oorlog moet je dan overslaan, anders begin ik er niet meer aan. Want het was iets vreselijks, dat kan ik je zeggen.' Het lijkt ons goed om met die uitspraak dit verslag te beëindigen. 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1990 | | pagina 111