De historie van de stinzenmilieu's
middeleeuwse stenen woontorens. Behalve door humusrijke goed doorluchte bodems
wordt dit milieu gekenmerkt door een parkachtige omgeving met een combinatie van oud
opgaand geboomte, historisch waardevolle gebouwen en vaak ook nog elementen van ou-
Blauwe Druifjes is een weinig opvullende stinzenplant, die op Walcheren niet zeldzaam is.
De thans in de tuinen gekweekte exemplaren behoren doorgaans tot andere, nauw verwante
soorten (foto A.M.M. van Haperen).
de tuin- en parkaanleg. Deze sterk door de mens beïnvloede milieuomstandigheden ko
men nauw overeen met de situatie in bepaalde Midden- en Zuideuropese hellingbossen
(zogenaamde Kleebwalder). Dit is een van de redenen waarom bepaalde bolgewassen,
met name die welke uit deze bossen afkomstig zijn, zich in de stinzenmilieu's hebben we
ten te handhaven en uit te breiden (Bakker en Boeve, 1985).
In de middeleeuwen waren grote delen van Walcheren weinig beplant en kaal. Een
Franciscaner monnik. Bartolomeus Anglicus, schreef in 1230: "Dit gewest heeft nage
noeg geen bomen, want de bomen kunnen er vanwege de ziltigheid van de bodem niet
wortelschieten en sterven en verdorren daarom spoedig nadat ze er geplant zijn". Een be
langrijke impuls voor het aanbrengen van beplanting was waarschijnlijk de in 1515 door
Karei V verleende toestemming aan de inwoners van Walcheren om bomen te planten
9