den en er werd een groot aantal verschillende soorten in gekweekt. Daarbij stond behal ve de kleur en het sierlijke uiterlijk ook de zeldzaamheid van de diverse plantensoorten centraal. In de zeventiende en achttiende eeuw waren uitheemse planten een belangrijk verzamelobject en veel cultuurvariëteiten van de Tulp, Narcis en Hyacint zijn juist in de ze periode ontstaan. In de Franse tijd raakten veel buitenplaatsen op Walcheren in verval. Landhuizen wer den afgebroken en bomen gerooid. Dit wordt zeer duidelijk als we de kaart van Walche ren van de Hattinga's (1750) vergelijken met de eerste topografische kaarten van om streeks 1850. De oorzaak van deze sterke achteruitgang moet gezocht worden in econo misch verval, al dan niet gepaard gaand met versnippering van het grondbezit. In deze zelfde periode ontstond ook een nieuwe mode in de vormgeving van tuinen en parken: de Vooroorlogse situatie op de Domburgse buitenplaats Duinvliet; parkaanleg volgens Engelse landschapsstijl (Zeeuws Documentatiecentrum, Middelburg) Engelse Landschapsstijl. Onder invloed van de Romantiek en het uitgangspunt "terug naar de natuur" ging men zich afzetten tegen de geometrische structuren van de Barok. De natuurlijke gegevenheden van het landschap - reliëf en waterlopen - werden de nieu we uitgangspunten voor de inrichting en vormgeving van de buitenplaatsen. Vaak ging men ook over tot het aanbrengen van glooiende vormen, verspreid liggende boomgroe pen en vijvers met vloeiende oeverlijnen. De meeste overgebleven buitenplaatsen op Walcheren werden in deze tijd veranderd. Rechte waterlopen werden aangepast en de pa den kregen een slingerend verloop. Bij kasteel Westhove (buiten de slotgracht) en op de buitenplaatsen Eikenoord. Duinbeek. Overduin, Zeeduin. Ter Hooge en Der Boede zijn deze veranderingen nog steeds goed waarneembaar. De buitenplaats Berkenbosch ver toont daarentegen nog veel kenmerken van een barokke aanleg. In de beginperiode van de Engelse Landschapsstijl speelden bloemen en kruidachtige 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1990 | | pagina 13