'De brave Don' mochten om een stoomtram, een trein of een pont te halen, daar ze anders soms meer dan een uur in Middelburg moesten rondhangen, want de school bood geen enkele faciliteit tot overblijven. De rector had er enig begrip voor dat diezelfde kinderen de volgende och tend weer razend vroeg op pad moesten om de trein, de pont of wat dan ook te halen en vanwege huiswerk dus niet te laat naar bed konden. En dan waren er de stakkers voor wie helemaal geen openbaar vervoer bestond. Ik herinner me Tine Dijkstra uit Ovezande, die iedere ochtend om half zeven het huis uit moest en door weer en wind Middelburg moest zien te bereiken, en een meisje uit Wol- phaartsdijk, Annie Woldendorp, die er nog langer over deed. Voor de meesten van die kinderen was die tocht op den duur te zwaar; ze werden dan ondergebracht in een pension in de stad in de Molstraat had je er één en juffrouw Snoep in de Singelstraat was zeer gerenommeerd). Die jongelui waren dan onder het ouderlijk gezag vandaan, niemand controleerde meer of ze hun huiswerk maakten (en je kreeg een flinke smak mee naar huis), of ze deden andere ongewenste dingen; ze bleven zitten en verdwenen geruisloos. Iets soortgelijks was er aan de hand met de ruim bemeten middagpauze. Wij allochto nen gingen 's morgens naar school met in onze tassen ook een trommeltje boterhammen. De school bood echter geen gelegenheid tot rustig consumeren. Als je geen kennissen had waar je tussen de middag terecht kon. moest je maar op je eigen manier aan onderdak zien te komen, bij een glas melk in de 'Eendracht' of de 'Huifkar' bijvoorbeeld, maar daar was je snel uitgegeten en dan restte je alleen een wandelingetje door de stad. 's Zomers was dit niet zo'n probleem, 's winters wel en dan praat ik nog niet eens over het feit dat je 's morgens vaak doornat op school arriveerde en 's avonds op weg naar huis ook nog kans liep op een bui. Het gekke was dat niemand daar iets van zei of tegen deed. Het genus 'gogen, logen en puiten', dat tere kinderzieltjes tegen onnodige kneuzingen beschermt, was nog niet uit gevonden. Je mocht blij zijn dat Middelburg een gymnasiale opleiding bood en daarvoor moest je elk inconvenient slikken. De gemeente had wel een soort commissie van toezicht, die zich deftig het college van curatoren noemde, maar die heren bemoeiden zich alleen met de lessen en de vorderingen van de leerlingen, of pretendeerden dat te doen. Met zoiets banaals als vervoer en onder dak konden zij zich niet bezighouden en wij domme dupes waren zo gezagsgetrouw dat het eenvoudig niet bij ons opkwam tegen bestaande structuren verzet aan te tekenen. Die waren nu eenmaal zo en ze zouden wel ergens goed voor zijn. Daarom was ik hooglijk verbaasd toen op een dag zo'n hummeltje uit de eerste of tweede klas - ik zat zelf in de vijfde, maar er bestond een wereldwijd verschil tussen de drie hogere en de drie lagere klassen, ook al door de hierboven geschetste indeling van het gebouw - me aanschoot met de vraag of ik wilde meedoen met een plan tot verandering van de schooltijden. De details zijn me ontschoten, maar in mijn herinnering leeft hij. Maarten Don. domineeszoon uit Oostkapelle. voort als de uitvinder van de variabele werktijd. In zijn handen hield hij een keurige brief aan de rector, voorzien van bijlagen met de vertrektijden van allerlei ponten, treinen, trams en stoomtrams en een fraai sche ma. Hoofdpunten waren dat de middagpauze werd ingekort tot een half uur. waardoor de 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1990 | | pagina 25