De Telegrafische Gemeenschap van 1831 - 1839 (26) Het seinen met de semafoor. Elk van de drie vleugels kan in 7 genummerde standen verdraaid worden, aan elke kant op onderlinge hoeken van 45 graden en verder in een nulstand waarbij de zwarte vleugel verticaal staat. Deze zeven standen leveren 7x7x7=343 combinaties op. dus veel meer dan de Chappe telegraaf die er maar 92 had. De semafoor artikelnummers van 0 t/m 342 werden met behulp van een seintabel omgezet in de standen of codes van de vleugels. De afzender moest dus eerst een bericht coderen in vleugelstanden. De tussengelegen posten hadden niets anders te doen dan de figuren letterlijk over te nemen. Ook hier heb ben we net zoals bij de Hollandse telegraaf weer te maken met de kijkrichting. De seiner die de wielen bedient, kijkt altijd naar het zuiden. De tweede man. de waarnemer, kijkt al tijd naar het noorden en zuiden en vertaalt de seinen vanuit het noorden in hun spiegel beeld, zodat ze op de juiste manier doorgegeven worden. Over de snelheid van de be richtgeving zijn geen gegevens bekend. Het seinboek bevatte naast de nodige instructies en voorbeelden onder andere artikelen met dienstseinen. geheime seinen (niet afgedrukt), berichten over scheepsbewegingen, schepen die men waarnam, windrichtingen, tijdsaan duidingen, en de communicatie met de Hollandse post in Goedereede. Reservedelen en standaard inventarissen worden ook opgegeven. Voor zeer geïsoleerde stations en plaat sen dicht aan zee werden twee geweren met een pakket patronen beschikbaar gesteld om zich te kunnen verdedigen en om waarschuwingsschoten te lossen. Overige posten moes ten dat met een trompet doen. Einde kusttelegrafie. In 1814 is de kusttelegrafie, evenals de Chappe telegraaflijn naar Amsterdam, ont manteld, omdat er toen geen strategische behoefte meer was aan een snelle berichtgeving. Men is hier nooit op het idee gekomen de telegrafen voor civiele doeleinden te gebruiken. Als gevolg van de gebeurtenissen die in 1830 en 1831 in de Zuidelijke Provincies van ons Koninkrijk plaats vonden, was er weer behoefte aan een militaire berichtgeving. De minister van Binnenlandse Zaken vroeg aan de Heer Antoine Lipkens (27), hoofdingeni eur bij het kadaster en adviseur bij dat Ministerie, of het mogelijk was om binnen zeer korte tijd een telegrafische gemeenschap tussen Den Haag en de vestingen Breda en 's Hertogenbosch tot stand te brengen. De opdracht tot plaatsing volgde bij Koninklijk Be sluit van 10 augustus 1831. Lipkens ontving machtiging tot aankoop van de benodigde materialen, zoals kijkers, hout en ijzerwerk, zodat de seintoestellen geïnstalleerd konden worden. Op 27 augustus 1831 waren de eerste telegrafen reeds geplaatst tussen Den Haag en Breda. Het duurde nog tot juni 1832 voordat de totale lijn naar 's Hertogenbosch ope rationeel was. In 1832 volgde de opdracht voor een uitbreiding naar Vlissingen en de Cit adel van Antwerpen. Die verbinding kwam in 1833 tot stand, alleen de Citadel kwam te vervallen, omdat die intussen ingenomen was. Hiervoor in de plaats koos men voor Lil- loo. Op Walcheren kwamen de posten in eerste instantie op de toren van Arnemuiden en in Vlissingen op het in 1968 afgebroken Marine Arsenaal. In 1833 kwam er nog een uit- 77

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1990 | | pagina 79