Zeeuwse persoonsnamen Namen van elders Als we het over de invloed van het Christendom op onze namenvoorraad hebben, biedt juist de provincie Zeeland interessante voorbeelden dat dit niet alleen voor de tijd van de kerstening en de vestiging van de oudste kerken opgaat, maar dat ook de godsdien stige ontwikkelingen in later eeuwen een belangrijke rol gespeeld hebben. Speciaal in de Zeeuwse voornamen was, in ieder geval tot voor kort, de tegenstelling tussen protestanten en katholieken nog duidelijk herkenbaar. Tegenwoordig zullen ook in Zeeland de meeste ouders hun kinderen wel Marco, Dennis. Kim. Martiin. Kristel. Niels of iets dergelijks noemen, afhankelijk van wat er net in de mode is. In vorige generaties bepaalde het geloof voor een deel de naamkeuze. Op Walcheren, Tholen, in het Land van Axel en in het Land van Kadzand vond men vooral onder afstammelingen van hugenoten veel bijbelse na men, zoals voor jongens Abraham. Izaak. Jacob. Laban. Noach. Jeremias en Sakker of Sakkries. dat wil zeggen Zacharias. Voor meisjes vinden we in die gebieden onder meer de namen Debora. Rachel. Abrahamina, Rebekka en Bigel of Abigaël (22). In het katho lieke Oost-Zeeuwsvlaanderen trof men daarentegen veel heiligennamen aan, zoals Amandus, Desiderius, Egidius. dementia. Caesarina. Vaak ook waren die namen verfranst en dan kreeg men Camiel uit Camillus. Emile uit Emilius. Omer uit Omarus en Arsène uit Arsenius (23). De opkomst van de familienamen dateert uit de tijd dat de samenleving ingewikkelder begon te worden. Het was niet meer genoeg dat men één naam droeg en voor de rest naar zijn vader werd genoemd, ook al heeft Jansen het tot vandaag toe aardig weten te redden. Er ontstond soms behoefte elkaar met behulp van bij- en toenamen nader te onderschei den. In zulke namen kon men verwijzen naar bijzondere kenmerken van mensen, bij voorbeeld hun uiterlijk of hun mentaliteit, zoals in De Bruijne of Ligthart. Provoost 'ge rechtsdienaar' en Poerstamper 'arbeider in het meekraphuis' horen tot de talrijke namen die aan, soms lang verdwenen, ambten en beroepen zijn ontleend. Overigens geldt voor Zeeland dat veel familienamen er op zogenaamde patroniemen of vadersnamen teruggaan en dan vooral in een vorm die we vaak alleen maar in deze provincie kennen, namelijk op -e of op -se. Duidelijk Zeeuws zijn korte namen als Pelle. Melse. Wisse. Kodde. Poppe en Trimpe. Nog kenmerkender voor Zeeland, en speciaal voor Walcheren, zijn de namen van het type Dingemanse. Jasperse en Renierse. Zij zijn ontstaan uit patroniemen op -sone. waarbij eerst de -o- toonloos is geworden en de -e is verdwenen, waarna vervolgens de -n is afgevallen. Het verschijnsel is tot de dorpen beperkt gebleven. Mondeling zal het al in de middeleeuwen begonnen zijn. maar schriftelijk is het - afhankelijk van de aard van de bronnen - pas vanaf het begin van de zeventiende eeuw waar te nemen. In de steden heeft het nooit echt aangeslagen (24). Ook bij dit type namen springt de religieuze oor sprong van velen ervan naar voren, zoals in Gideonse en Samuelse. maar ook in Braamse. Cense en Kopje, want deze laatste drie zijn afgeleid van Zeeuwse dialectale vormen van Abraham. Vineentius en Nikolaas. Dat de maatschappij gecompliceerder werd, was een gevolg van verschillende facto ren. Een daarvan was de toegenomen migratie. Niet verwonderlijk dus, dat dit vaak in de naam van nieuwkomers tot uitdrukking kwam, bij voorbeeld in de vorm van een her- 87

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1990 | | pagina 89