lommen op de vierde verdieping was een verticale poolstijlzonnewijzer aangebracht, die
op het zuiden gericht was, met daarboven een uurwerk met één wijzer (8).
Zonnewijzer in combinatie met een klok op het voormalig stadhuis te Vlissingen
(détail naar een tekening van C. Pronk, 1743
Om de steeds nauwkeuriger lopende klokken niet telkens gelijk te moeten zetten op
de wisselende tijden van de zonnewijzers, heeft men de "middelbare tijd" ingevoerd,
waarbij de dag in 24 gelijke uren verdeeld werd. In Nederland gebeurde dat in 1840. Dat
wil nog niet zeggen dat ons land sindsdien een uniforme tijdindeling kende. Die kwam
pas in 1909, toen officieel bij wet de Amsterdamse tijd, behorende bij de meridiaan van
5 graden Ooster Lengte, in het hele land werd ingevoerd. Men was toen niet meer afhan
kelijk van de zonnewijzers om de juiste tijd te bepalen, maar gebruikte de telegraaf om
de juiste tijd door te seinen.
Het verschil tussen de ware plaatselijke zonnetijd en de middelbare tijd die de uur
werken aangeven, de tijdvereffening, was reeds lang bekend. Met behulp van tabellen
kon men, rekening houdend met de lengtecorrectie, de zonnetijd omrekenen in de klok-
ketijd en dat is tot op heden voor zonnewijzers zo gebleven.
Tijdvereffeningstabellen vindt men in de Sterrengids, een jaarlijkse uitgave van de
Stichting de Koepel te Utrecht, en in de boeken over zonnewijzers.Om een idee te krijgen
98