Accommodatie Gebr. Smits Ik geloof niet dat er toen zoiets als een vogelwacht bestond, die in zulke noodgevallen voor georganiseerd ingrijpen kon zorgen. Over Britannia hoef ik het niet te hebben. Het oude gebouw met z'n twee hoektorens en een paar tennisbanen opzij bestaat niet meer. Wat er na allerlei wederwaardigheden (er is zelfs van opheffen sprake geweest) nu staat voldoet, hoop ik, aan de verwachtingen. Het oude, imposante gebouw was dat geluk niet beschoren. Het werd neergezet in de tijd van het nieuwe elan, toen Zeeland een spoorlijn kreeg, De Schelde begon te draaien en de Maatschappij Zeeland op Engeland ging varen. Het leek er toen op, dat Zeeland zou wor den meegesleept in de vaart der volkeren. Van het begin af aan zat er echter een contradictie in het hotel. Men had gehoopt, dat de 'mailboot' Engelse toeristen zou aanvoeren, maar als deze lieden in Vlissingen arri veerden, was er in geen velden of wegen een stad te bekennen. Wel stond er een paar pas sen van de loopplank af een trein, die meteen verbinding gaf met allerlei aantrekkelijke kuuroorden in Midden-Europa. Britannia lag dan mijlen-ver weg en wie per sé een nacht je wilde overblijven vond aan de andere kant van de weg, naast het station, hotel "Zee land" van de Gebr. Smits, die de zaken qua ligging handiger hadden bekeken en een be hoorlijke accommodatie boden tegen wat mildere prijzen. Smits bezat trouwens nog twee andere hotels, Albion aan de Koningsweg en Noord zee Boulevard op het hoekje van Boulevard de Ruyter, wat later gebouwd dan Britannia, maar in mijn tijd geduchte concurrenten, die hun cliënten boottochtjes offreerden en met hun rode touringcars uitstapjes maakten naar Middelburg, Veere en zelfs naar Brugge, Gent of Antweipen. Max, hun Duitse chauffeur, was een populaire figuur bij de reizigers. Met de twee bioscopen, die ze exploiteerden (Alhambra aan de Coosje Buskenstraat en Luxor aan het Bellamy-park) hadden de Smitsen een aardig imperium opgebouwd, dat door oorlog, brand of anderszins grotendeels verloren ging. Na de oorlog voegden ze de restanten van ons oude huis bij hotel Noordzee-boulevard. Ik heb nog wel eens in de voormalige studeerkamer van m'n vader zitten eten en hoorde dan in gedachten moeder weer zeggen "rustig, vader zit te werken", maar het heeft allemaal niet geholpen. Alleen Alhambra staat nog, nu onder een andere eigenaar. Het zou echter aardig zijn aan de op komst en ondergang van deze naar ik meen uit Belgie afkomstige familie eens apart aan dacht te besteden, want voor de ontwikkeling van Vlissingen tot badplaats hebben zij stel lig veel betekend. Heieen van Woelderen heeft in het Zeeuws Tijdschrift eens een artikel geschreven, waaruit je zou kunnen afleiden, dat haar vader de Pier heeft gebouwd, die in de jaren der tig de Vlissingse boulevard tot ongekende hoogten had moeten opstoten, maar van de waarheid van die mededeling ben ik niet zo overtuigd. Van Woelderen zal zeker met en thousiasme op de plannen hebben gereageerd en zal stellig de gemeenteraad over bepaal de hobbels hebben heen getrokken, maar het initiatief en een flink deel van de financie ring lag volgens mij bij de familie Smits. Zij waren onze buren en van hen kregen we de kaartjes voor de officiële opening. 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1992 | | pagina 44