De ontdekking van de 'duinburcht' van Domburg
R.M. van Heeringen
Inleiding
In maart 1991 is door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek in sa
menwerking met het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten een klein archeologisch on
derzoek uitgevoerd in de nieuwbouwwijk 'Duinenburg' ten oosten van de Schuitvlotstraat
en ten zuiden van de Domburgseweg te Domburg. In een smalle proefsleuf werd de voet
van de wal en een gedeelte van de gracht van de vroegmiddeleeuwse burcht gevonden
waaraan Domburg zowel zijn naam als zijn ligging te danken heeft. Of eigenlijk moeten
we zeggen to'Mggevonden, omdat meer dan een halve eeuw geleden de historicus J. Hui-
zinga in een gedegen studie getiteld 'Burg en kerspel in Walcheren' de ligging van de
burcht ter plaatse reeds aannemelijk had gemaakt op grond van historisch-geografische
argumenten.
In september is vervolgens op het terrein van het Badhotel aan de noordzijde van de
Domburgseweg een controle-opgraving gedaan en kon de wal nogmaals op doorsnede
worden bestudeerd. De gemeente Domburg verleende bij beide opgravingen zeer gewaar
deerde medewerking.
Op verzoek van de redaktie van 'Walacria' worden de resultaten hier kort - heet van de
naald - besproken en wordt de historische betekenis van de ontdekking enigszins verkend
(1).
De profielsleuf op het terrein van het Badhotel. Links op de foto. aan de overkant van de
Domburgseweg, villa 'De Wael'
57