Stoomtram Walcheren 1906-1938 de eerste klasse en evenzo voor de tweede klasse in de tram zijn, welke natuurlijk even zeer bezet zijn door het rumoerig vokje, is meer dan ergerlijk...." De verlichting is zo slecht, dat men zijn medepassagiers niet kan herkennen en er dus ook niet aan gedacht kan worden zich de lange in de tram doorgebrachte tijd met lezen ten nutte te maken." "Onlangs hoorde ik in de tweede klasse een moeder tegen haar zoontje zeggen:"zit toch stil op die kussens, de stofwolken vliegen ons om de oren door dat gedraai van jou." Niet alleen de lonen waren wat men van zo'n bedrijf kon verwachten, ook de secun daire arbeidsvoorwaarden logen er niet om.Een vroege conducteursdienst liep van 4.00 tot 12.00 uur, met in de zomer op zondag en donderdag nog van 14.45 tot 17.00 extra en voorts alle dagen van 17.00 tot 18.00 uur om twee collega's van de "late" en de "Badhuis" dienst telkens circa 20 minuten gelegenheid tot schaften te geven. In onderling overleg werd het echter zo geregeld, dat beiden hun boterham gedurende de rit opaten, zodat de vroege dienst niet terug hoefde te komen. Vrije zondagen moesten achtmaal per jaar ge noten worden, maar meestal bleef het bij zes of zeven. Afrekenen vond dagelijks plaats, ook op de schaarse vrije (zon)dag, 's morgens om 11.00 uur. Pogingen om dat op een latei- uur te krijgen, zodat men tevoren naar de kerk kon gaan, werden afgedaan met een "wat ik heb vastgesteld, blijft zo." Een personeelslid dat in verband met een sterfgeval in de familie een vrije dag voor de begrafenis vroeg, kreeg ten antwoord:"we zullen eens kijken of het met de dienst uit komt". Hij kreeg de verlofdag, maar moest hem wèl zelf betalen. Ook al in 1874 kwamen de eerste plannen voor een railverbinding tussen Middelburg- Serooskerke en Domburg op tafel: een paardespoorweg, in 1884 gevolgd door een soort gelijk plan; vervolgens in 1887 een plan vooreen tram Vlissingen-Domburg met in Dom burg een pier waarop "beweegbare kamers" zouden moeten komen en tenslotte in 1895 weer een plan voor een tram Vlissingen-Domburg met de bouw van een hotel in Dom burg. Al deze plannen gingen de vergetelheid in, omdat Middelburg er een bedreiging in zag - de oude rivaliteit tussen beide steden laaide weer eens hoog op - en met twee plan nen op tafel kwam. Eén betrof een stoomtram langs een ongenoemde route, het tweede een door een petroleummotor aangedreven tram-omnibus langs de Noordweg. Dit laatste plan verdween echter schielijk onder de tafel, nadat polderbesturen en grondeigenaren hadden verkondigd het over hun weg rijden met een dergelijk gevaarlijk vervoermiddel te zullen verbieden. Ondertussen ging de strijd verder. Middelburg: "Stel je voor. Domburg verpest door de horden Belgen en Fransen die 's zomers naar Vlissingen komen! Nee, Domburg blijft voor de adel en de rijkdom". Vlissingen: "Er is geen sprake van horden naar Domburg, de tijd is voor die mensen veel te kort. Nee, de tram zal de uitwisseling van Domburgse en Vlissingse badgasten be vorderen." Het ware argument, wie van beide steden het koopcentrum voor de aan de tram gelegen plaatsen zou worden, werd door partijen zorgvuldig verzwegen. Eindelijk, in 1897, lukte het de belanghebbenden aan één tafel te krijgen en na nog zes jaar touw trekken kwam het in 1903 tot aanbesteding van een tramlijn Middelburg (Stationsbrug)- 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1992 | | pagina 72