Koudekerke
Vertrek stoomtram „Walc
Stoomtram Walcheren, Koudekerke. Grote belangstelling bij vertrek op de eerste dag?) van de
tram naar Middelburg. Rechts de wissel- en seinwachter, die zorgde dat de trams uit Middelburg
en Vlissingen niet gelijktijdig konden binnenkomen.
Koudekerke, vervolgens op een afstand van 2 tot 3 km langs de duinen naar Westkapelle
en Domburg. Een zijlijn Vlissingen (spoor-havenstation)-Leeuwentrap-Koudekerke zou
de verbinding Vlissingen-Domburg mogelijk maken.
Er werden op deze wijze vele kolen en geiten gespaard. Voor de landbouw was de rou
te niet slecht gekozen, maar voor het badverkeer Middelburg-Domburg betekende de rou
te een grote omweg. Een plan voor een direkte route Middelburg-Serooskerke-Domburg
is dan ook gedurende vele jaren een heet hangijzer gebleven, totdat in 1921 de autobus ten
tonele kwam. Zoutelande, Meliskerke, Westkapelle en Aagtekerke kregen een tramsta
tion, gelegen op afstanden die varieerden van 900 tot 1500 meter van de dorpskern.
Haar eigenlijke bestaansrecht ontleende de tram aan het vervoer van landbouwpro-
dukten (suikerbieten, vlas), meststoffen, materialen voor de woning- en wegenbouw,
steenkool, bazaltkeien voor de Westkappelse zeedijk, het donderdagse marktvervoer naar
en van Middelburg en het zomerse badgastenvervoer naar en van Domburg. Daaronder
was ook begrepen de categorie "adel en rijkdom", die mede door de vestiging in 1887 van
de beroemde Dr. Mezger "met de gouden duimen" Domburg had gevonden.
Vorstelijke personen uit Midden-en Oost-Europa, bankiers en groot-industriëlen uit
Duitsland, zij kwamen gewoonlijk per mailtrein in Vlissingen aan en reisden vandaar per
tram, meestal zelfs per extra tram, begeleid door directeur Bakker in hoogst eigen persoon
naar Domburg. Sommige gasten stelden dermate hoge eisen dat het interieur van een rij
tuig speciaal voor hen vertimmerd moest worden. Voordat de tram er was ging dit vorste
lijk vervoer per karos. Bekend is het verhaal van de Roemeense koningin Elisabeth, die
71