Elektrische tram Vlissingen-Middelburg lig sein zeker kon zijn van een goede stand van deze wissel. Wat altijd weer opviel was het keurige uiterlijk van het materieel. De nu overleden, uit Westkapelle afkomstige mevrouw Verstraate, wier man "vee jaer op 't mesien ei hestae", bracht dit eens zo onder woorden:"'t Was toch zo'n haeven (gave) tram. Meneer Bakker was wè niet makkelijk, mé z'n tram koje bekieke". En zo was het Stoom Irani Walcheren, Koudekerke. Sic transit gloria mundi We zagen al dat de stoomtram geen onverdeeld gunstige pers had en het is dus niet zo verwonderlijk dat er concurrentie kwam. Eind 1905 dienden de bankiers Izaak Boasson en Zonen te Middelburg een concessieaanvraag in voor een elektrische tram van Middel burg over het jaagpad, dus aan de oostzijde van de kanaaldijk naar Vlissingen, waar de tram via de C. Buskensstraat haar eindpunt op de Boulevard zou vinden. Prompt diende de SA een aanvraag in tot electrificatie van haar eigen, aan de westzij de van de kanaaldijk gelegen lijn. B. en W. van Middelburg stelden voor aan elk der beide gegadigden een concessie te verlenen! Maar terwijl deze twee nog om de kluif vochten, diende zich een derde aan met een plan dat in beginsel helemaal niet zo gek was. Deze derde kwam uiteindelijk met een ontwerp voor een elektrische tram Veere-Middelburg/ Dam-Kanaalbrug-Abele-Oost-Souburg-Keersluisbrug-Vlissingen/ Betje Wolffplein. Toch is dit plan niet doorgegaan, vermoedelijk omdat daarvoor twee spoor- en twee ka naalkruisingen nodig waren. De Middelburgse raad was verstandiger dan het College van B. en W. en verleende de concessie aan de SA. Hetzelfde gold voor Vlissingen, zij het dat men daar enkele voor- 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1992 | | pagina 77