Vlissingen, de stadhuistoren
Het nieuwe Vlissingse stadhuis kwam in 1965 gereed. Het heeft een 45 meter hoge to
ren die geschikt gemaakt is voor de inbouw van een carillon. Het carillon werd door de
scheepsbouw- en machinefabriek "N.V. Koninklijke Maatschappij de Schelde" aan de
stad geschonken. Klokkegieter was de firma Eijsbouts in Asten. Op 21 mei 1965 werd het
stadhuis in tegenwoordigheid van Koningin Juliana in gebruik genomen en het carillon
aan de gemeente overgedragen. De beiaardier had voor die gelegenheid de "Raadhuissui
te" gecomponeerd met als delen Introductie: Feest aan de Scheldemond, Aria: Coosje
Busken zingt. Menuet: Aagje Deken en Betje Wolf maken een dansje, en Rondo: Dans
van klokken en klepels.
De beiaard heeft 47 klokken. De grondtoon is g', op het klavier aangesloten als c. De
beiaard transponeert dus een kwint.
De toenmalige beiaardier, P.H. Broerse, nam in 1979 afscheid en werd opgevolgd
door H.G. van Putten. Deze bespeelt de klokken elke donderdag van 16.30 tot 17.30 uur.
Het publiek wordt in de gelegenheid gesteld hem aan het klavier bezig te zien en uiteraard
ook aan te horen. Maar goed luisteren kan men beter beneden op het stadhuisplein. De
beiaard munt uit in helderheid en zuiverheid, temeer omdat het spel pas een opknapbeurt
heeft gehad door de maker, de firma, nu Koninklijke, Eijsbouts, waarvan de beroemde
André Léhr. campanoloog van professie, de voornaamste medewerker is.
Veere, de stadhuistoren
Kent u Veere? Of bent u er nog nooit geweest? Ga er dan heen, voor het eerst of bij
herhaling! Kies een mooie zonnige dag uit als de beiaardier speelt. Want wat een diamant
is op een gouden ring, dat is Veere op Walcheren. Kuier door de oude straatjes, bewonder
het stadhuis met zijn ranke toren en geniet van de heldere, tere klokkenklanken.
Zelf kan ik er met heimwee aan terugdenken. Even staan op de trans van het slanke to
rentje. Achter je het zachte getik van het eeuwenoude uurwerk. Vóór je een schitterend
panorama begrensd door het zilveren lint van het Veerse Meer waar de heldere hemel zich
in weerspiegelt. Het carillon preludeert op de uurslag en nodigt uit om zelf te gaan musi
ceren op de licht en gemakkelijk te bespelen beiaard.
Die bestaat uit 47 klokken, een volledig spel dus. Er moest gewoekerd worden met de
ruimte in de toren, een deel van de klokken hangt zelfs een beetje buiten de torenmuren,
maar de firma Eijsbouts heeft dat zo knap gedaan dat de klank van alle klokken toch goed
tot zijn recht komt. Het bijzondere van dit spel is dat het eigenlijk een allegaartje van an
tieke en nieuwe klokken is, maar dat het geheel toch homogeen klinkt. Van de 47 klokken
zijn er 17 gegoten door P. van den Ghein in 1734 en 1735, 9 door A. van den Ghein in
1789 en 1790. 2 in 1948 en 1959 door Petit en Fritsen en tenslotte 18 in 1972 door Eijs
bouts. Het is het enige Walcherse klokkenspel dat niet door de Duitsers is versmolten.
Verder is er nog de grootste klok, bestemd voor de uurslag. Zij lijkt op een halve bol
en wijkt daarmee in vorm sterk af van de andere. Op deze klok zijn in reliëf twee wilde
mannen. nauwelijks gekleed, aangebracht die elkaar met knotsen gewapend naar het le
ven staan. U kunt deze mannen ook vinden als onderdeel van het wapen van Veere. Bij de
mannen op de klok staat de tekst: "Veere fidelis campt om een goet veer".
Het automatisch speeltuig heeft een trommel uit 1736, waarin nog met de hand ge-
91