Jacobus Buys en zijn vrouw Catharina Kodde, bijgenaamd "Kaotje Kokkedoes', met hun honde- kar in de Herenstraat. Middelburg. (Gemeentearchief Middelburg) een geit ziek was, schreef Kees koffie met cognac voor: koffie voor de geit en de cognac voor hemzelf. Zijn dorpsgenoot Kees Vermeulen, de Fret, ving konijnen met behulp van een fretje. In tegenstelling tot de dragers van deze bijnamen werd Koekeroe door de Middelburgse duivenmelker die zo genoemd werd, als een scheldnaam beschouwd. Je moest hard lopen als hij achter je aan kwam. Ko Patat bracht in die zelfde binnenstad zelf- gesneden friet rond en in elk café waar hij binnenstapte klonken de woorden: Moe je nog patat Zijn naamgenote Jannetje Patat tenslotte was de eigenaresse van een frietkot in Serooskerke. Wat zou de Nederlandse cultuur zijn zonder de aardappel? Een bijzondere plaats in bijnamen-land neemt mijns inziens de naam de Boer in. Ze werd immers maar voor een klein deel van de grote groep landbouwers in de traditionele samenleving gebruikt; in Oostkapelle bijvoorbeeld voor de Tweede Wereldoorlog voor Jan Roose, na die tijd voor Jan Lous en Ko Wondergem. De eerste twee woonden in de dorpskern zelf en oefenden van daar uit hun bedrijf uit. wat hen onderscheidde van de andere bewoners van de kern. terwijl ook de laatste meer dan de gemiddelde landbouwer op het dorpsleven georiënteerd was. Het is niet onmogelijk dat in de dorpskern zelf meer aan bijnamen gedaan werd dan daarbuiten. De De Kams bijvoorbeeld, meestal kleine boertjes aan de rand van het dorp (maar ook in het bezit van een veel voorkomende naam), hadden dikwijls een bijnaam. Ries de Kam heette de Tamme Neger, een oom van hem Jaap de Beer, zijn zoons Piet en Jasper Zuurbier en den Ekster. Een andere Jasper de Kam die tot 1923 ouderling was in de Gereformeerde Gemeente, had de gewoonte om te pas en 100

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1993 | | pagina 102