Waardevol monument ruimte, waarin het gulle Zeeuwse licht 'mondjesmaat' binnentreedt door de merkwaardi ge huiselijke raampjes die herinneren aan de seculaire bestemming welke het gebouw heeft gehad." Voor Besselaar waren het dus vooral de Napoleontische vensters die fascineerden. Voor anderen kunnen dat de kolossale afmetingen zijn, de sporen van verwering buiten zowel als binnen. Of het is de mooie ligging in het stadje, enigszins terzijde en daar dan op een prachtig, ommuurd kerkhof, dat wel iets wegheeft van een 'close' rond een Engelse kathe draal. Sinds het begin van de geregelde openstelling in 1975 wordt bovendien door veel bezoekers gewag gemaakt van de adembenemende ruimtewerking in het interieur. In het artikel over Victor de Stuers en de Veerse monumenten, elders in dit jaarboek opge nomen, is over de geschiedenis van de Grote Kerk al veel wetenswaardigs te berde ge bracht. Ik zal dat alles hier vanzelfsprekend niet nog eens overdoen, maar wil kort een aantal voornamelijk historische gegevens vermelden, die kunnen helpen bij het bepalen van de waarde van de kerk als monument. De Veerse Grote Kerk is een laat-gotische kruisbasiliek, die in de laatste decennia van de vijftiende en in het begin van de zestiende eeuw werd gebouwd ter vervanging van een veel ouder kerkgebouw ter plaatse. De laat-middeleeuwse bouwcampagne moet kort na 1520 zijn gestagneerd, want van de toren werden alleen de onderste geledingen - tot even boven de nok van het kerkdak - gerealiseerd en het ongetwijfeld geplande grote nieuwe koor met omgang kwam in het geheel niet tot stand. In plaats van dit laatste bleef men ook nadien het oude. driebeukige hallekoor gebruiken, waarvan nu alleen nog de midden- en de zuidbeuk resteren. Dit tweebeukige koorrestant dient sedert het midden van de zeven tiende eeuw als kerk voor de hervormden. De kerk - dat wil zeggen het laat-gotische geheel van schip, transept en toren - moet beschouwd worden als een schepping van de Brabantse gotiek. Anthonis I en Rombout II Keldermans werkten aan het gebouw, maar mogelijk deden zij dit op basis van een eerste ontwerp van Evert Spoorwater. die ook het Veerse stadhuis ontwierp. Hiermee zijn drie van de belangrijkste bouwmeesters van de Brabantse gotiek genoemd. De kerk hoort thuis in een reeks Brabants-gotische stadskerken, zoals die in de laatste fase van de middeleeu wen in Zeeland, maar ook ver daarbuiten, verrezen. Lang niet alle Zeeuw se steden hebben overigens hun middeleeuwse stadskerk (of -kerken) weten te behouden. Ook dat bepaalt mede het belang van de Grote Kerk van Veere. Het kolossale kerkgebouw speelt - het is al opgemerkt - een zeer wezenlijke rol in het stadsgezicht van Veere, een stadsgezicht dat in zijn totaliteit, met inbegrip van de omrin gende verdedigingswerken, sedert 1974 wettelijk beschermd is. Het gaat in deze bescher ming in belangrijke mate om de onderlinge relaties, zoals die tussen de kerk en de omringende bebouwing en tussen de verstilde open ruimte van het ommuurde kerkhof en de merendeels gesloten gevelwanden langs de vaak veel drukkere straten en kaden van het stadje. Bovendien, zo blijkt ook uit het reeds genoemde artikel over De Stuers en Veere. bekleedt de kerk - met een aantal andere Veerse monumenten - een bijzondere plaats in de vroege geschiedenis van de Nederlandse monumentenzorg. In 1686 door brand geteisterd en ver volgens op eenvoudige wijze gerepareerd en in 1809 door een Engels bombardement

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1993 | | pagina 37