gezien? Statig rijzen aan alle zijden blanke zuilen omhoog, omsluitend eene hooge ernsti
ge hal. Ze is geheel verlaten, volkomen ledig: geen mensch, geen meubel stoort het oog bij
het volgen der plechtig opwaarts strevende lijnen".
Al met al was er echter nog steeds geen goede nieuwe bestemming voor het gebouw
gevonden. Na 1900 werden er, in de periode 1914-' 18, weer soldaten in ondergebracht en
daarna kende de Grote Kerk vrijwel uitsluitend een extensief gebruik als opslagplaats. In
1975 werd een grondige opknapbeurt afgesloten met de inrichting tot cultureel centrum,
in gebruik bij de Stichting Delta Cultureel.
Een ontwerp voor hergebruik
Omdat het beheer van de Grote Kerk, die rijkseigendom is, jaarlijks een aanzienlijke post
onderhoudskosten met zich brengt, uitgaven waar nauwelijks of geen inkomsten tegen
over staan, zoekt de beheerder, de Rijksgebouwendienst, thans naar mogelijkheden het
gebouw beter exploitabel te maken. In dit kader werd in 1991 door een werkgroep onder
leiding van rijksbouwmeester K.C. Rijnboutt een voorlopig ontwerp voor ingrijpend her
gebruik van de Grote Kerk gepresenteerd. In de werkgroep hadden zitting: twee vertegen
woordigers van Ballast Nedam Utiliteitsbouw, vier medewerkers van de Rijksgebou
wendienst en twee onafhankelijke architecten.
Het ontwerp stelt voor vijfenveertig appartementen in de kerk te bouwen en hiertoe in
totaal tien vloerniveaus in het inwendige aan te brengen. Vrij blijven dan alleen de onder
ste gedeelten van toren en middenschip en - over de volle hoogte - de kruising in het mid
den van het transept. Voor het overige wordt alles volgebouwd. Voor de zo nodige
parkeerruimte bij dit nieuwe appartementencomplex is bovendien een parkeergarage ont
worpen, in te bouwen in de oude verdedigingswal ten zuiden van de Grote Kerk, achter de
huizenrij en de laat-middeleeuwse cisterne aldaar.
Hel plan riep al meteen veel tegenkanting op. Veerenaren en anderen liepen er in het alge
meen tegen te hoop en ook de gemeente Veere zelf was verre van gelukkig met het idee.
De Rijksdienst voor de Monumentenzorg bracht een negatief advies uit over het voorlo
pig ontweip en ook de Rijkscommissie voor de Monumenten (afdeling III van de Raad
voor het Cultuurbeheer) brak er de staf over.
Wat waren de belangrijkste argumenten van al deze tegenstanders? Van uitwendige aan
tasting van het gebouw leek nauwelijks sprake te zullen zijn, maar van de grandioze ruim
tewerking in het interieur zou niets overblijven! Dat de kerk ooit al in lagen was op
gedeeld en dat men op deze wijze zou aansluiten bij de als restant daarvan nog aanwezige
kleine vensters, werd niet als valide argument voor de nieuwe ingreep geaccepteerd.
Hiermee zou men immers terugkeren naar een situatie die later in de negentiende eeuw als
uiterst negatief werd ervaren en die dan ook nog geen tachtig jaar had bestaan. Het negen-
tiende-eeuwse, terughoudende herstel van de Grote Kerk en dan vooral het daarbij weer
terugbrengen van de oude ruimtewerking verdienden onverminderd grote waardering.
Verder was er twijfel over de vraag of de draagstructuur van de nieuwe inbouw wel geheel
los van de oude muren en zuilen zou worden gehouden en niet hierin zou worden veran
kerd. En tenslotte was er de vrees voor de gevolgen van de totale ingreep voor het be
schermde stadsgezicht Veere en met name voor de rust en de weidsheid van het kerkhof
en zijn omgeving. Al met al was de kritiek zo overweldigend, dat het plan snel in de la ver
dween, maar of het daarmee nu volledig van de baan is, blijft vooralsnog onzeker. De
38