konden worden en de slapers in de bioscopen begonnen te stinken, werd de stemming grimmiger. De regering besloot tenslotte de 'navy' in te schakelen om over het water Manhattan te bevoorraden en met bulldozers de voornaamste toevoerwegen schoon te maken. Na een week was de bui over en viel de dooi in, maar die was net zo erg. De straten leken wel gutsende riolen, pijpen sprongen, enorme blokken sneeuw vielen van de wolkenkrab bers naar beneden, kortsluiting ontstond alom, kortom, een van de modernste en best geoutilleerde steden ter wereld, was weken lam gelegd en nog lang daarna werd alle onge mak schouderophalend op rekening van de blizzard geschoven. Negen maanden later maakten de kranten melding van een geboortegolf. Men had zich onder het sneeuwdek toch weten te amuseren. Parlementariërs en nylon Ook een van alle gemakken voorziene wereldstad kan blijkbaar van de ene dag op de andere in de grootste moeilijkheden geraken en het was dus niet zo'n onzinnige gedachte om te proberen een net aan de Japanse bezetting ontsnapt land als Indonesië op zijn eerste stappen naar onafhankelijkheid nog wat bij de hand te nemen. De geschiedenis zou me twee jaar later duidelijk maken, dat die gedachte niet door iedereen werd gedeeld, maar zover was ik toen nog niet. De kloof tussen idealisme en realisme is helaas vaak onover brugbaar groot. In m'n brieven kanker ik schamper op een stelletje nieuwe leden van de Tweede Kamer, dat de schaarse deviezendollars, die Nederland nog beschikbaar had en waarvan zij er een paar als 'verblijfstoelage' in hun zak hadden, meende te kunnen spenderen aan radio's, een elektrisch strijkijzer voor moeder thuis, grammofoonplaten, wollen dekens, winter jassen en andere zaken, waarvan men in Nederland alleen maar kon dromen. Vooral nylonshirts, nylonkousen en nylonbeha's waren in trek. Beha's waren in Holland heel moeilijk te krijgen, want kostten wel drie textielbonnen! Het getal drie klonk me wat vreemd in de oren; ik had het vaderland verlaten, toen bij vrouwen twee punten nog nor maal was, maargoed, je kon nooit weten met al dat oedeem. Flushing Wat ik erger vond, was, dat ze hun snoepreisje hadden ondernomen, omdat de Kamer nader geïnformeerd wenste te worden over de werking van de pas opgerichte V.N. en de rol van de Nederlandse vertegenwoordigers bij dal Instituut. De V.N. vergaderde toen in een groot complex noodgebouwen ver buiten Manhattan, in The Queens op Long Island, op een terrein met de voor mij intrigerende naam Flushing Meadow. De bekende Ameri kaan Rockefeller vond dit wat schamel. Hij had aan het eind van 42nd Street nog wat grond liggen langs de East River en dat lapje deed hij met een royaal gebaar cadeau aan de V.N. om er een eigen gebouw op te zetten. Dat staat er nu nog en schijnt de laatste tijd waarachtig wat leven in zijn brouwerij te vertonen. De Flushing Meadow-behuizing werd toen ontruimd en in 1964 is er een enorme wereldtentoonstelling gehouden, die echter vanwege de schaarste aan dollars, maar weinig Europese bezoekers heeft getrokken. Nu is Flushing Meadow vooral bekend als sportpark met o.a. een paar grote stadions, waar voor miljoenen vertennist wordt. Forest Hills ligt er vlak bij. Toen ik er in 1947/48 voor het eerst was, moesten echter al deze dingen nog tot ontwikkeling komen. Laat ik volstaan 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1993 | | pagina 72