Rasechte Amerikanen Nog een opmerking tot slot van deze paragraaf: op mijn kantoor in Rockefeller Centre had ik twee assistenten. Rasechte Amerikanen, dacht ik eerst, maar rasechte Amerikanen bestaan niet. Je hoeft maar een paar minuten met een Amerikaan te praten of hij heeft je verteld, dat hij eigenlijk Irish is, of Scottish. British, German, Dutch. Italian, zoek maar uit. Geen wonder dat bij de herdenkingen van Columbus' 'ontdekking' van Amerika, de vraag weer opkwam 'wie zijn wij eigenlijk?' zonder dat daar een behoorlijk antwoord op kwam, want zo'n antwoord is niet te geven, al houdt het ze wel bezig en maakt het ze onze ker. Mijn ene Amerikaan heette Lankaster en ontkende dat hij van Engelse afkomst was, zoals zijn naam deed vermoeden. Hij was 'Dutch'. De k in zijn naam was het bewijs. Ik hield het er maar op dat hij tot die Engelse puriteinen behoorde, die via Nederland een goed heenkomen naar 'the land of the free' hadden gezocht en dat zijn voorouders die c toen voor een k hadden verruild. De naam van de tweede Amerikaan had ik in de eerste dagen niet goed verstaan en dus kwam hij zelf maar op me af om me te vertellen, dat hij in ieder geval een Nederlander was. Hij had de familiebijbel meegebracht om te bewijzen dat zijn familie uit Yerseke afkomstig was. De Y aan het begin van die naam moest ik niet uitspreken als in 'you', maar als in 'eat', zei hij goeiig. Hij heette Wabeke. dat hij uitsprak als Wobekkie. Vandaar dat ik meer in de richting van een Indianenstam had gezocht. De familiebijbel (Staten vertaling) begon ergens in 1750 met het familieregister in fraai oud-Hollands schrift en was prachtig onderhouden, folio, in een gave leren band met zilveren sloten. "Die mag je nooit weg doen" zei ik enigszins zakkerig. Je moet in de gauwigheid toch wat zeggen, maar uit zijn gezicht bleek wel, dat hij me voorlopig niet meer voor vol zou aanzien. Om het goed te maken heb ik geprobeerd hem te leren, hoe zijn naam in Yerseke zou worden uitgesproken, maar dat ging hem te ver. "Dat krijg ik er bij mijn familie toch niet in" zei hij berustend. Wat niet wegneemt dat het zien van zo'n bijbel je toch een vreemd gevoel geeft. Dat boek was toen 200 jaar in de familie, heeft de overtocht in die wrakke scheepjes doorstaan, de moeilijke eerste jaren van vestiging, wellicht in blokhutten, overleefd en wordt je dan getoond als een kostbaar, puntgaaf reliek. We zijn dat jaar plezierig met elkaar opgetrokken en hij heeft me nog al wat laten zien van wat er aan Nederlandse invloed in New York over was. Hij bracht me bij voorbeeld naar het graf van Peter Stuyvesant bij het kerkje van 'St. Mark's in the Bouwerie', diep in 'down-town' Manhattan op de hoek van Second Ave en Tenth St. Het kerkje vertoont dui- links: Deel van de plattegrond van New York. Links boven het eiland Manhattan, waarde Hollanders rond het begin van de 17e eeuw neerstreken en onder andere een fort bouwden The Battery). Een groep Zeeuwen moet niet lang daarna op verder avontuur zijn uit gegaan. Zij voeren de East River op en vonden ongeveer ter hoogte van Grade Mansion (de tegenwoordige burge meesterswoning) een route naar rechts, die zij vanwege zijn moeilijke bevaarbaarheid het Hellegat (nu nog Hells Gate) noemden. Daarna kwamen zij in ruimer water op den duur bij een Braakmanachtige baai. waar zij zich vestigden. Aangezien de Vlissingers bij deze expeditie kenne lijk de leiding hadden, is de naam Flushing in deze buurt ook nu nog rijkelijk aanwezig. De kaart laat dit zien. De baai heet nog altijd Flushing Bay. De jachthaven draagt dezelfde naam. Om het zoeken te vergemakkelijken zijn een aantal 'Flushingsonderstreept. Bij de groep hoorden ook Middelburgers, maar die hebben hun naam niet overeind kunnen houden. Hun aanwezigheid moet worden gezocht in de buurt van Elmhurst en Newton. Aandachtige bestudering van de kaart brengt nog diverse relieken van Nederlandse aanwezigheid het 'Lange Eylandtzoals zij het noemden (nu Long Island) aan het licht. 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1993 | | pagina 75