Maar als de honden aanslaan in de Oranjepolder, is het verschil geen verschil meer. Twee doodsbange mensen zitten rechtop in bed en Neeltje pakt haar man vast: ■Godalmachtig, daer komme ze a om joe!' Inderdaad, 34 man gewapend krijgsvolk komt de verdachte Laurens Ingelse halen. Hij vlucht nog op zolder terwijl ze als barba ren het huis doorzoeken. De kleine Wilhelmina lichten ze gewoon met hun degens op. al kunnen ze net zo goed weten dat een volwassen man niet in een kribbe van een klein kind verborgen kan zitten. Omstreeks half twee wordt de boer gevonden en wegge voerd in een rijtuig omringd door soldaten. De volgende ochtend is het nieuws al tot Middelburg doorgedrongen, omdat Neeltje de knecht naar Grijpskerke gestuurd heeft om haar vader David Sanderse en haar schoonvader de schout het onheil te melden. De knecht vertelt het aan de oppasser van de slagboom bij de herberg 'Het Wafeltje' op de hoek van de Schotelweg en de Walcherse weg die naar Grijpskerke leidt. Van daaruit gaat het bericht over Walcheren: Laurens Ingelse als oproerkraaier vastgezet. Binnen een week wordt zijn lot gedeeld door Cornells de Korte, landman onder Meliskerke: Lambertus Bosboom, de predikant van Zoutelande; Isak Verstraten, Lourens Maartense Kaland en Willem Pieterse Lous uit Westkapelle. Een aanklacht tegen hen is er niet. De magistraten van Veere en Vlissingen proberen uit de verhoren waaraan zij hen onderwerpen, te weten te komen of deze landzaten van het eiland Walcheren van oproer beschuldigd kunnen worden. Dat zij tenslotte verbannen worden uit hun vaderland, zoals zij Walcheren noemen, wordt als een wrede straf gezien en is bedoeld om hun medeburgers angst in te boezemen. Maar juist die verban ning bevestigt Ingelse en zijn lotgenoten in hun maatschappijbeschouwing, die tegenge steld is aan de berustende onderschikking van de 'Geerse's' en van Neeltje Sanderse. Hun mentaliteit, daar gaat het in dit artikel om, is evengoed Walchers als de "Geerse's mentaliteit'. Zij is gebaseerd op het idee van de gekwalificeerde overheid, een overheid die geen overheid meer mag heten wanneer zij niet aan bepaalde kwalificaties voldoet. Met de arrestatie van onschuldige burgers heeft zij definitief haar legitimiteit ondergra ven. Feitelijk al eerder, toen op 20 juni 1777 de timmerman IJsbrand Leinse Borggraaf door de regering van de smalstad Westkapelle, uit Zeeland verbannen werd. In dit wereldbeeld van de andere Walcherenaar die met name Ingelse en Cornelis de Korte vertegenwoordigen, speelt de relatie tussen de overheid, de godsdienst en de groep der ware gelovigen een centrale rol - en juist die drievoudige relatie was aanleiding geweest tot de verbanning van de timmerman. Hoe zag dit wereldbeeld van deze Walcherse landbouwers er uit? In de eerste plaats leefden zij in het besef dat zij in de tachtigjarige oorlog hun godsdienstvrijheid van God verkregen hadden. Hun voorouders waren door de Heer der kerk naar Nederland geleid als Israël naar Kanaan. Hier spreekt met name de inwoner van Walcheren, het eiland dat vele duizenden Vlaamse, Henegouwse en Brabantse vluchtelingen opnam, zodat er weinigen waren die géén geloofsvluchtelingen onder hun voorouders telden. Sinds die uitleiding had God Zijn zegen gegeven op de vaderlandse koophandel 'zoodat de zege ningen toevloeiden van Oosten en Westen, en alle volkeren zochten onze vaderen op, om koophandel met hen te drijven, uit hoofde van derzelver oprechtheid en goede trouw, waardoor zij dan ook in overvloed verkeerden, en aan vreemde volkeren geld op intrest konden leenen.'(2) Met die welvaart correspondeerde de uit Gods hand ontvan gen 'Oude Constitutie' - het staatsbestel van de Zeven Provinciën. Zö wijs was dat bestel samengesteld, aldus had Ingelse predikanten horen uitleggen, "dat het niet anders 101

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 103