18 in getal.14 Na de opheffing van Kleverskerke en Gapinge veranderde op Walcheren tot
1966 niets meer aan het aantal van 16 plattelandsgemeenten. Alle gemeenten die eerder
onder één burgemeester waren gecombineerd, behielden hun zelfstandigheid. Voor
Grijpskerke en Meliskerke geldt dat ze na een periode van ruim tachtig jaar gezamenlijk
burgemeesterschap pas vanaf 1939 weer ieder een eigen burgemeester hadden. En dat tot
grote vreugde van de bevolking: het installatiefeest in Meliskerke had het karakter van
een 'onafhankelijkheidsdemonstratie', zo werd in Grijpskerke opgemerkt.45
In 1966 werden uit de in totaal 19 Walcherse gemeenten acht nieuwe gevormd. Voor de
hele provincie werd het aantal gemeenten tussen 1941 en 1971 teruggebracht van 103 tot
30. En daar zal het niet bij blijven.
Noten
1Tekst van een inleiding, gehouden op 13 november 1993 in de Nederlands hervormde kerk te Grijpskerke,
ter gelegenheid van de presentatie van het boek 'Den éélen Sanderse boel. Vier eeuwen Sanderse op
Walcheren' van de hand van C. Sanderse. De heer J.P.B. Zuurdeeg, archivaris van de gemeente Tholen,
komt dank toe voor het verstrekken van enkele gegevens.
2. P. Don, De ruïne is niet meer. Hoe een schilderachtige bouwval na eeuwen werd omgevormd tot een bruikba
re kapel. In: Hoogelande van kapel tot ruïne... van ruïne tot kapel. Artikelen geschreven en gebundeld naar
aanleiding van het 800 jarig bestaan van de kapel van Sint Maarten te Hoogelande. Hoogelande 1990, pp. 47-
55.
3. J.P.B. Zuurdeeg, Stads- en dorpsarchieven. In: (red.) Meijer, A.C., L.R. Priester en H. Uil, Gids voor histo
risch onderzoek in Zeeland. Amsterdam 1991, p. 119.
4. P.A. Henderikx, Dorpen in de Schelde-delta van de vroege middeleeuwen tot circa 1300. In: (red.) Bos, K., J.
van Damme en A. de Klerk, Dorpen in Zeeland. Middelburg 1991, pp. 14-34. P.A. Henderikx, Het ontstaan
van dorpen in Zeeland tot circa 1300, met name op het oude land van Walcheren. In: Nehalennia 86 (1991),
pp. 3-14, i.h.b. p. 8.
5. A.P. de Klerk, De kogel door de kern. De rol van het kerkgebouw en de besluitvorming daarover bij de ont
wikkeling tot gereduceerde nederzettingen in Zeeland gedurende het einde van de 16de en het begin van de
17de eeuw. In: (red.) Klerk, A.P. de, e.a., Historische geografie in meervoud. Historisch-geografische
opstellen aangeboden aan prof.dr. M.W. Heslinga. Utrecht 1994, p. 46.
6. Idem, pp. 42-66.
7. Idem, pp. 55-57.
8. Idem, p. 57.
9. Idem, p. 59.
10. Idem, p. 59 en K. Wielemaker, Biggekerke. Zijn burgerlijke en kerkelijke geschiedenis. Middelburg 1903,
pp. 112-116.
1 1Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden; vervolgende de Beschryving van Zeeland. II.
Amsterdam 1753, pp. 199-200.
12. M.H. Wilderom, Tussen afsluitdammen en deltadijken, III (Midden-Zeeland). Middelburg 1968, p. 59. Ik
heb in de bronnen geen bevestiging van deze bepaling kunnen vinden.
13. Rijksarchief in Zeeland (RAZ), De archieven der prefectuur van het departement der Monden van de
Schelde, inv. nr. 26.
14. Reglement van bestuur ten platten lande van de Provincie Zeeland, van den 21 sten Julij 1816. In: Bijvoegsel
tot het Staatsblad en Officieel Journaal van het Koningrijk der Nederlanden. Derde deel, eerste stuk, 1816.
Dordrecht 1817, pp. 99-100. Zie ook: RAZ. Archieven provinciale besturen 1813-1850, inv. nr. 3337.
114