van de wederopbouw ook oppassen met het woord 'dictatuur'. Tussen het (positief te
waarderen) waarnemen voor een door de vijand onmondig gemaakte bevolking, en het
(minder gewaardeerde) dictatoriaal optreden ligt ook zo'n grijze tussenzone. Nuances die
Bosma heeft ingecalculeerd in zijn eerder geciteerde conclusie: 'product van vijf (voor
Middelburg ruim vier) jaar bezetting.
Al onmiddellijk na de ramp, toen nog niemand wist hoe het verder zou gaan, leverden de
deskundigen wat het eerst en het meest dringend nodig was: een visie. Die betrof niet uit
sluitend de herbouw van het verwoeste stadsgedeelte, maar de toekomst van Middelburg
als geheel. Ideeën over de herbouw gecombineerd met het uitbuiten van alle overgebleven
kansen, in het economische vlak zowel als in het esthetische, kregen vorm in concrete
voorstellen voor vormgeving, stedebouwkundig en bouwkundig.
Het stedebouwkundig aspect
De veranderingen die in het stadsplan werden aangebracht, waren niet gering. Noch ten
aanzien van het stedebouwkundige plan noch - zoals verderop in dit artikel explicite aan
de orde zal komen - ten aanzien van de vormgeving van de huizen, waren degenen die het
voor het zeggen hadden, uit op het kopiëren van het verleden. Een eerste vraag in dit ver
band is, of het verleggen van rooilijnen in een van oorsprong middeleeuws stadspatroon
niet een ongeoorloofde aantasting van een monument inhoudt. Degenen die zich in
Middelburg aan het werk zetten, hebben dat niet zo gezien. In ieder geval wogen voor hen
andere belangen van de samenleving zwaarder. Hun visie was doorslaggevend. Ze heb
ben ruimschoots gebruik gemaakt van de mogelijkheid om - buiten de burgerij om - uit te
maken wat tot haar heil zou dienen.
De stedebouwkundige ingrepen van het eerste uur zijn. achteraf beschouwd, mijns inziens
het meest acceptabel voor zover er samenhang is geweest met voordelen van meer blij
vende betekenis dan tijdelijke verkeersoplossingen. Zo diende bijvoorbeeld het tot stand
brengen van beter zicht op de hoofdmonumenten een ideëel belang. Hoe we daar verder
ook over mogen denken, hier was een verbetering bedoeld van het stadsplan waar de bur
gerij tot in lengte van dagen van zou kunnen profiteren.
Reëel was het argument dat het nuttig was voor de winkels in de binnenstad bij de her
bouw een achterland te creëren als utiliteitszone, waar bevoorrading en expeditie tot hun
recht zouden kunnen komen. Bereikbaarheid achterom kon voor de bedrijven gezien wor
den als een noodzakelijk complement op de gesloten straatwand aan de voorzijde. De
realisering hiervan ging gepaard met 'uitdunning' van het vooroorlogse stramien van
bebouwing, wat ook een van de uitgangspunten was, gezien de zwakke economische
basis. Een en ander vergde in het stedebouwkundige vlak offers. In de omgeving van
Koorkerkhof, Wal en Groenmarkt zijn verbindingsstraatjes van het monumentale hart
met de cirkellijn van Lange Delft en Noordstraat verloren gegaan, waarvan de verdwij
ning minstens zo'n inbreuk op het historische gegeven betekende als het verleggen van de
rooilijnen van Markt en Lange Delft. Dit alles heeft ook een zekere rommeligheid ten
gevolge gehad. Terecht merkt Schoenmakers op dat het Zusterplein weinig fraais te bie
den heeft. Van het Walplein kan hetzelfde gezegd worden.
We kunnen het ook met Schoenmakers eens zijn, dat het juist de 'pleintjes' zijn waar de
wederopbouw verstek liet gaan. Dit hangt mijns inziens vooral samen met hun functie.
17