band met zaken als de totstandkoming van een parkeergarage elders in de stad en niet het het creëren van het Damplein. Afgezien van de huizen die sneuvelden, zijn ook drie authentieke straatprofielen en aan de Dam een historisch gegroeide pleinwand uit het beeld verdwenen. Zeer te betreuren is dat de combinatie van de Gistpoort met de er op toe lopende straat voorgoed tot het verleden behoort. Poort en straat hoorden bij elkaar, ze vulden elkaar in de beleving van het stadsbeeld ter plekke aan. Zoals het nu geworden is, staat de poort verweesd, weggedrukt in de uiterste hoek van een plein waar hij stedebouw kundig bekeken geen relatie mee heeft. Overigens is het onjuist te oordelen in termen van zwart tegenover wit. Bij de beslissingen ging het om het afwegen van belangen. De uitkomst is dan veelal niet ja of nee, maar meer of minder. Ons oordeel moet nuances verdisconteren. Een goed voorbeeld van plus en min levert de situatie op bij de Varkensmarkt. Hier is het gat dat het garagebedrijf in de wand van de Gortstraat had geslagen gedicht. De bouwvallige Vlissingse straat heeft men op bijna onvoorstelbare wijze door restauratie, gecombineerd met renovatie en recon structie weten te redden. Daar staat tegenover dat bij de uitmonding van de Hoogstraat een inbreuk op de rooilijn is getolereerd met als gevolg de afbraak van een paar pandjes en een gat in de straatwand als onvermijdelijk litteken. Je kunt niet alles hebben, moeten we in zulke gevallen maardenken. Een pluspunt is ook, dat in de bewaard gebleven oude stadsdelen het principe van schei ding van wonen en werken in het restauratie-tijdperk na 1960 niet te rigoureus is doorge voerd. Een eetcafé, een 'antiek'handel of, in het algemeen, een nering die in een oud pand goed kan worden ondergebracht, mag er bij. Van overwegende betekenis is dan ook niet Gezicht vanuit de Hoogstraat op de kruising Hoogstraat-Varkensmarkt-Vlissingsestraat- Koestraat. Foto Kees Bos, 1994 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 24