Verhagen zocht aansluiting bij 1940. Hij accepteerde de stenen topgevel, met of zonder trappen, in een mate waarin die vóór het bombardement aanwezig was. Dat wil zeggen hier en daar tussen de andere in, vooral waar dit aan de variatie ten goede kwam. Gevarieerdheid die de illusie moest versterken van een gevelwand opgebouwd uit indivi duele panden, elk met hun eigen identiteit. Zijn voorliefde ging echter uit naar de rechte lijstgevel, die vóór de brand in zo sterke mate het straatbeeld van Middelburg bepaalde. We hoeven slechts de foto's naast elkaar te leggen van de Marktwand uit 1940 en die van Verhagen om een en ander geïllustreerd te zien. Dit uitgangspunt had het voordeel, dat hij op die manier de nieuwe bouw in het verwoeste centrum optimaal kon laten aansluiten bij de bewaard gebleven straatdelen en stadsdelen, één van zijn opties. Er moest samenhang bewerkstelligd worden van het nieuw ingevulde met het oude bestaande. De nieuwe invulling was niet bedoeld als onzichtbare stoppage. Zij mocht, of moest juist, herkenbaar zijn als nieuw, maar dan als een niet-storende reparatie. Zij is net zo bedoeld als wal we zien bij hel herstel van een verminkt kunstwerk - schilderij, tapijt of muurschil dering - als daar een opengevallen plek met stippen of strepen in tint wordt ingevuld, waarbij tevens de grote lijn van het oorspronkelijk patroon wordt aangegeven, om het geheel weer toonbaar en leesbaar te maken. De homogeniteit van de nieuwe huizen onderling en van de nieuwbouw met de bewaard gebleven oude panden werd onder andere gerealiseerd door maat en schaal. Voorts door dat dezelfde bouwtechniek werd toegepast en omdat er gebouwd werd met de traditionele materialen, in hoofdzaak baksteen alsmede voor de raamomlijstingen en de gevellijst hout. Dit alles geldt met name voor het zichtbare aan de straatwand, de gevel. Als we er het beeld naast willen zetten van wat niet gekozen werd, kunnen we kijken naar de gevel van het nieuwe Verseput uit het begin van de jaren dertig. Nieuw-modische metselstenen en metsel-verbanden, alsmede stalen ramen waren uit den boze. Ook de kleur maakt onderdeel uit van de traditie. Er zijn landen waar in diverse kleuren beschilderde huizen voorkomen. Daar is toepassing denkbaar van heldere kleuren zonder dat de traditie geweld wordt aangedaan. In een stad als Middelburg is dat ondenkbaar. Zoals gezegd, de opvulling mocht gezien worden als eigentijds. Verhagen tolereerde vor men die bij de huizen van het oude Middelburg niet te vinden zijn. We komen 'eigenzinni ge' varianten tegen van de tuitgevel en de gevel met rechte beëindiging. Typisch 'weder opbouw' zijn nogal eens toegepaste onderdelen als boogfries en 'tweeling'raam: een combinatie van twee vensters bedoeld als alternatief voor één breed raam. Verder treft wie goed toekijkt eigensoortige ornamenten aan, zoals ergens een kapiteel met een gebeeld houwd boerinnehoofd met brede muts, en op een andere plaats een 'lijst' met vreemd gevormde potten. Bij Verhagens vrijpostig 'traditionalistisch' doet niet alles uit het verleden mee. De ver werking van het historische is eclectisch, uit wat het verleden te bieden heeft wordt een keuze gemaakt. Aan sommige historische gegevens wordt voorbijgegaan. Om een voor beeld te noemen: het fronton, in de 18de eeuw niet in zwang, is ook in Verhagens stijl zo goed als niet toegepast. Verhagen schroomde niet om een belangrijk bestanddeel van de traditie buiten de deur te zetten: de imposante winkelpui aan de voet van de gevel van zo menig zakenpand, ook in 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 28