delt kan er zich van overtuigen dat de winkels aan hun trekken zijn gekomen, terwijl het historische karakter van de straat als geheel toch behouden is gebleven. Enige tijd later volgde de aanwijzing van een beschermd stadsgezicht overeenkomstig artikel 20 en vol gende van de (toenmalige) Monumentenwet. Ook nu was het even wennen. De Minister stelde zich op het standpunt, dat de oude stad binnen de wallen, oudheidkundig gespro ken, een eenheid vormt, met als consequentie dat toetsing aan het historische en monu mentale aspect bij alle beslissingen over bouwvergunningen binnen dit areaal in meer of minder sterke mate relevant zou zijn, al naar de situatie zou uitwijzen. Het Gemeente bestuur vond dit uitgangspunt te omvattend en ingrijpend voor de woon- en winkelbuur ten en stelde voor een paar bijzondere groeperingen van panden te nemen waar niemand zich een buil aan zou kunnen vallen, zoals bij voorbeeld de Kuiperspoort. De gezichtspun ten lagen aanvankelijk dus ver uit elkaar. Ook hier heeft de Gemeente toch al spoedig de voorstellen van de Minister geaccepteerd. Niet zo verwonderlijk, want als er ergens aan leiding was als basis voor een monumentenbeleid de oude stadsstructuur in haar geheel een vorm van bescherming te geven, dan was het in Middelburg. Voor de Gemeente heeft de aanwijzing het voordeel, dat die haar positie tegenover de eigenaren en bij de subsidie claims versterkt. Daar mag aan worden toegevoegd dat Middelburg vervolgens, meer dan welke plaats ook, samen met het Rijk aan het begrip 'beschermd gezicht' concreet inhoud heeft gegeven. De al meermalen genoemde grandioze aanpak van Spanjaardstraat en Bellinkstraat met hun achterterreinen zijn daarbij slechts hoogtepunten, onderdeel van een lange reeks van gelukkige ondernemingen. Hoezeer men van gemeentewege rekening is gaan houden met het aanzicht van een oude straatwand als geheel blijkt, om een paar spectaculaire - of eigenlijk juist niet in het oog springende - gevallen te noemen, uit het terugbrengen van de oude gevel van Dam 32, uit het kopiëren na brand van het pand Lange Noordstraat 47-49 en het camoufleren in de Singelstraat, na afbraak van een school aldaar, van moderne woningen achter traditionele facades (no's 22 - 52). Het ideaalbeeld dat daarbij voor ogen stond was dat van de plan ners van het eerste uur in 1940: een gesloten straatwand van individuele panden, homo geen van karakter. Uitdrukkelijk werd hier ook voor gekozen bij de restauratie en reconstructie van de bebouwing hoek Korte Noordstraat - Achter het Hofplein, vlak bij het Bagijnhof, zodat op die plaats van de stad nu in eikaars onmiddellijke omgeving te zien zijn de voor-oorlogse formule van revalidatie en de na-oorlogse. Van de kant van de burgerij zijn er. voor wat het beleid in het algemeen betreft, voorzover mij bekend weinig negatieve reacties geweest, ook niet na de bevrijding toen de democra tie zich weer kon laten gelden. De wezenlijke beslissingen waren genomen en er was gewenning ontstaan. In het begin had het er misschien iets van weg dat men de houding aan bleef nemen van: we merken het wel. De soepele houding van overheidswege zal er toe hebben bijgedragen dat gaandeweg het toezien plaats maakte voor daadwerkelijke coöperatie. Met ere kan hier genoemd worden de particuliere Stichting Stadsherstel. De Middelburgse sfeer In een stad waar het aan sfeer ontbreekt is het geen prettig toeven. Dat we spreken over de 'Middelburgse sfeer' (wat mij betreft vind ik 'sfeer' met een kleine letter genoeg) komt mijns inziens omdat het een stad is met karakter, een prettige stad om mee kennis te maken, om er te wonen of er te komen. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 33