Unvollendete Dit alles is in Middelburg sfeerbepalend maar er valt meer te noemen. Behalve op de al vaak gememoreerde rechte lijst en op een relatieve eenvoud van de doorsnee facade valt te wijzen op de kleur. Bij de baksteen doen zich subtiele kleurverschillen voor, variërend van appelbloesem tot paars. In contrast daarmee zien we gevelbepleistering en -beschilde ring in een reeks van tinten wit en roomkleurig. De twee hoofdgenres, baksteen en blank pleisterwerk - de laatste vooral eind 18de en eerste helft 19de eeuw in zwang gekomen - wisselen elkaar af in een typisch Middelburgse mélange. Het effect is totaal anders dan bijvoorbeeld het bontgekleurde stadsbeeld in Midden-Europa, maar ook wezenlijk afwij kend van Brugge of van de Hollandse steden. Voorts wijst Schoenmakers terecht op de kromming in de straat als sfeerbepalend element in het Middelburgse stadsbeeld. Het is natuurlijk niet zo dat Middelburg geen rechte stra ten kent. Juist van dat soort zijn er ook verloren gegaan die we node missen, zoals de Burg (over de bult heen) en de Kerkstraat (afdalend van de bult naar de Lange Delft). Een feit is echter, dat de vele gebogen straten en kaaiwanden in hoge mate bijdragen aan het speci fieke karakter van het stadsbeeld. Als zodanig, maar ook vanwege het feit dat door de kromming de gevels veel duidelijker te kijk staan. Een gevolg is ook beslotenheid, omdat de gekromde straatwand werkt als een coulisse die het gezicht afsluit. Overigens behoren mijns inziens net zo goed tot het typisch Middelburgse beeld de wijde ruimtes van de havenbuurt, waar de gevelwand aan de overkant zich frontaal presenteert. De optelsom van dit soort kenmerken maakt naar mijn idee de Middelburgse sfeer uit. Of de gemiddelde toerist dit ook zo ziet weet ik niet. Als hij geen verschil ziet tussen de hui zen van vóór de brand en die van de wederopbouw ben ik geneigd dit als een compliment op te vatten voor Verhagen en de door hem geaccepteerde architecten. Daarbij valt dan wel in rekening te brengen de beperkte kennis die de gemiddelde toerist heeft van archi tectuur en de betrekkelijk oppervlakkige belangstelling voor de bouwkunst die hij op zijn weg tegenkomt. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat waar er weinig onderschei dingsvermogen is, er ook weinig nieuwsgierigheid en leergierigheid zijn geweest. We moeten die toeristen daar overigens niet minder om achten. Het is zo betrekkelijk wat de een voor heeft, of voor meent te hebben, op de ander. De een merkt niet op dat de Lange Delft van recente datum is, een ander, die er zich op beroemen kan dat wel te weten, ziet het stadhuis aan voor authentiek middeleeuws - in plaats van te beseffen dat hij te maken heeft met wat we zouden kunnen noemen een maquette één op één van het gebouw dat omstreeks 1500 op die plek tot stand kwam. Voor kenners en fijnproevers hangt sfeer in een oude stad samen met afwisseling en eigensoortigheid die niet gemaakt kunnen worden, die alleen maar kunnen ontstaan in een groeiproces van honderden jaren, laag op laag. Als die sfeer wordt aangetast of vernietigd, geldt: weg is weg. Daar, waar hij bestaat kan hij wel met zorg in stand gehouden worden. De wederopbouwstraten dragen inmiddels ook bij tot de sfeer in Middelburg. De weder opbouw is een 'laag', een episode in de geschiedenis van het stadsgezicht en zelfs een belangrijke. Er is mijns inziens alle reden voor om zorgvuldig om te springen met het resultaat van de wederopbouw, een geslaagde en typisch Middelburgse variant van het herstel van de oor- 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 35