heden van deze instellingen hadden een voornamelijk stedebouwkundig en planologisch karakter. Behalve bij de herverkaveling was er geen sprake van inzichten in en plannen vooreen nieuwe sociaal-economische structuur. En dan komt oktober 1944. Grauwe biljetten dwarrelen uit Britse vliegtuigen naar bene den. Zij waarschuwen onmiddellijk het eiland te verlaten. Het raadsel is gauw opgelost. Walcheren is een binnenzee geworden, een jaar of meer lang, met dorpen en geïsoleerde hoeven als eilanden. Sommigen moeten urenlang roeien om een dokter te bereiken. Velen worden naar de steden geëvacueerd. Wie blijft krijgt een radiotoestel met accu. Aldus een publicatie. Inenting tegen typhus wordt aanbevolen; scabies teistert de keurigste families. Wie wil lezen hoe de bevolking Geerse-achtig (Van Schagen!) en aandoenlijk reageert, leze het boek van Tina Keller 'De zee woont in ons huis' Het rusteloze water en de berustende mens. 'Mae me gae nie weg. Glad nie. Me dienke der nie over. Ma gae bove wone.' De ptt werkt met bootjes op het Walcherse water om de telefoonleidingen te herstellen. De mannen zien een boer die omzichtig met zijn vletje een omweg maakt. PTT-man: liggen daar mijnen of kunnen we varen? Boer: julder wè. PTT-man: waarom wij wel? Boer: wel, julder zitten al den eelen tied overeen mijnenveld te mieren. De Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw publiceert op 3 januari 1945 een raming van de benodigdheden voor het eerste herstel: 1,2 knr triplex, 1,5 km: asfaltpa- pier, 300.000 nr glas, 20 miljoen dakpannen, 10 miljoen metselstenen, 450.000 kilo stop verf. Sorbo is uw hulp in huis! De bevolking organiseert ondanks alles toch nog acties ten behoeve van het niet bevrijde noorden. De leuze is - er is nog geen sprake van graffitti - Zuid help Noord. Kritikasters roepen: en wij stikken de moord. Een onbedoeld cynisch bericht in de PZC (van 15 januari 1945): Het fonds voor noodlij dende Nederlanders schenkt 1000 gulden. 'De gelukkige was een jongen van zestien die in de oorlog beide ouders had verloren.' Het bestuur staat voor schier onoplosbare moeilijkheden. Er komt een verordening op aangespoelde goederen. Jonge en aanstaande moeders krijgen havermoutbonnen. Wie een rund clandestien verkoopt krijgt 3000 gulden boete. Nog halverwege 1946 is er een verbod van huisslachting voor middenstanders en boeren die geen acht maanden in de landbouw werkzaam zijn. Vooral Zeeuwsch-Vlaanderen voelt zich gedupeerd, wellicht ook omdat de krant vermeldt dat de smokkel alle romantiek heeft verloren. Op 23 januari 1946 is het spoortraject Vlissingen-Eindhoven hersteld: men kan nu op één dag - alleen derde klas - open neer. Wie Zeeland uit wil heeft echter een reisvergunning nodig. Nog voor de bevrijding wordt een wielrijder verplicht zijn fiets te verlichten en het daarna goed te verduisteren. In juli 1945 constateert de Middelburgsche Courant dat het College van Gedeputeerde Staten nog maar drie leden telt, waarvan er twee door ouderdom, gezondheid en andere bezigheden zo geteisterd worden dat zij niet hun volle kracht kunnen inzetten. 'Zouden er niet nog enige bekwame mensen kunnen worden gevonden.' Hoe dan ook, half november 1945 krijgen we vrije veren. 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 40