zoals in die van India, speelt de zespuntige ster een rol in de mystiek. Men vindt haar afge beeld in tempels en schrijnen in India, waar zij wordt beschouwd als een symbool dat de harmonie van geest en materie uitbeeldt. In de Islamitische cultuur werd de zespuntige ster ook toegepast als ornament naast vele andere versieringen. In Jeruzalem zijn zowel in de Omarkoepel als in de muren en poorten van de oude stad deze sterren te zien. Zij wer den in de Middeleeuwen aangebracht en zijn zeker niet bedoeld als joods symbool. Ook in de Europees-christelijke cultuur van de Middeleeuwen werd de ster gebruikt, met name in de Byzantijnse bouwkunst. Het is dan ook niet vreemd dat de zespuntige ster ook in de vroege joodse ornamentiek een rol speelde. Dat blijkt uit de Davidster, afgebeeld in de synagoge van Capernam die in de tweede eeuw aan de oevers van het Meer van Galilea werd gebouwd. Ook in latere synagogen uit de Byzantijnse periode werd zij als ornament toegepast. In de Middeleeuwen werd de Davidster steeds meer een specifiek joods sym bool. Egyptische en Jemenitische joden versierden hun bijbels en gebedenboeken met de Magen David, zoals de joden sinds de 12de eeuw de Davidster noemen. Vanaf de 14de eeuw werd de ster door de grote en belangrijke joodse gemeente van Praag gebruikt als joods symbool en werd zij als zodanig ook door de wereldlijke autoriteiten erkend. Op de grensstenen van getto's en op grafstenen van rabbijnen verschenen in die periode de Davidsterren als joods 'logo'. Ook de Sefardische joden voerden haar sinds de Middel eeuwen. Aangenomen mag worden dat vanaf het moment dat de ster door de joden zelf en door derden als specifiek joods symbool werd beschouwd, zij niet meer door anderen zal zijn gebruikt. Althans niet in Europa. In de Tweede Wereldoorlog werd zij als jodenster een teken van verachting en discriminatie, maar na de stichting van de staat Israël een teken van hoop en nationale trots. Op de Middelburgse begraafplaats vinden wij de ster slechts op enkele stenen, op het monument en op het ijzeren hek. Een ander, minder bekend, symbool wordt op enkele andere stenen gezien: twee gesprei de handen. Hier ligt een koheen, een priester, begraven. De afstammelingen van Aharon hadden in bijbelse tijden de taak over het joodse volk de zegen uit te spreken zoals die staat opgetekend in Leviticus 6 vers 23 waar geschreven staat: 'De Eeuwige zegene u en behoede u, de Eeuwige late zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig, de Eeuwige wende zijn aangezicht tot u en geve u vrede.' Nog altijd wordt door de kohaniem in de synagoge deze zegenspreuk uitgesproken. Daarbij worden de handen op een bepaalde manier gespreid en dit wordt afgebeeld op hun grafstenen. Op de Middelburgse begraaf plaats liggen maar enkele kohaniem begraven. Een symbool dat meer voorkomt is de schenkkan of het wasbekken. Deze afbeeldingen zijn kenmerkend voor de grafstenen van de leden van de stam Levie waartoe in feite ook de priesterkaste der kohaniem behoort. De levieten hadden, evenals de kohaniem, bepaal de functies in de tempeldienst en na de verwoesting van de laatste tempel in het jaar 70 kregen zij een overeenkomstige functie in de synagoge. Eén van hun taken is de handen der kohaniem te reinigen en daarom vinden wij op hun grafstenen een waterkan of was bekken afgebeeld. Verschillende fraaie voorbeelden hiervan zijn op de Middelburgse begraafplaats te vin den. Andere symbolen die wel op andere joodse begraafplaatsen worden gevonden, zoals de kandelaar of de wetstafelen, ontbreken op deze begraafplaats. Wel vinden wij nog een enkele sjofar, bazuin, die wordt gebruikt bij speciale gelegenheden zoals op het joodse 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 57