ben van de toestand. We vertrouwen op de geduchte Hollandse Waterlinie, maar in Zee land hebben we daar niet veel aan. De legerberichten zijn strijdlustig genoeg, maar verder zijn we aangewezen op wat de mensen vertellen. En die praten over niets anders dan over de oorlog, ook als ze daar geen enkel benul van hebben. Er heerst een panische angst voor verraders, spionnen, parachutisten en de vijfde kolonne. Maandag 13 mei, tweede Pinksterdag. Er is nog steeds geen betrouwbaar nieuws over het verloop van de strijd, er zijn alleen maar geruchten. Men zegt dat zelfs via de radio wordt gewaarschuwd voor vervalste berichten, waarmee de Duitsers proberen het moreel van ons volk te breken. Je mag alleen naar de drie bekende stemmen van de radionieuwsdienst luisteren en niets en niemand vertrouwen. De mensen vertellen elkaar wat ze allemaal in Vlissingen hebben gezien en meegemaakt. En over de ontberingen tijdens de vlucht naar Koudekerke. Sommigen heb ben daar twee dagen over gedaan en de nacht staande doorgebracht in de aardappelkelder van Van de Voorde op het hof Bonedijke. En over sommige inhalige boeren, die een dub beltje durfden vragen voor een kopje drinken, alsof er al niet genoeg ellende is. En er is ook klein oorlogsleed. Een vriendje zei tegen zijn moeder dat, nu het oorlog is, hij het ver domde nog langer zijn voeten te vegen bij het binnenkomen. Dat kwam hem op een dave rende draai om zijn oren te staan. Het is helder weer, dus we kunnen alles volgen wat boven Vlissingen gebeurt. De Duitsers doen voortdurend luchtaanvallen op de stad, de haven en de schepen op de rede. Een van die vliegtuigen wordt door het afweergeschut geraakt en stort neer op het oude station en brandt geheel uit. De beide vliegers hebben het toestel niet kunnen verlaten. Op de Keiweg gaan we al een beetje wennen. We hebben hier geen leidingwater en drin ken het water uit de regenbak. De kleine regenwurmpjes kunnen geen kwaad, maar uit de steenpit mogen we niet drinken. Geitemelk vinden we vies, maar in de koffie proefje het niet. Zelfgemaakte geitekaas met peper en zout is lekker op het brood. Opoe maakt speci aal spekjes voor ons en dat kan ze als de beste. We staan ademloos te kijken hoe ze het gloeiende mengsel van boter en suiker tot strengen rolt en in stukjes hakt en we branden onze tong behoorlijk aan de hete boterbabbelaars. Bij de buren is een oude vrouw uit Vlissingen gevlucht. Ze is in dracht en loopt voortdu rend door het achtertuintje als een opgejaagd dier. Ze heeft een zenuwtic en trekt telkens, met een rauwe kreet, haar hele front met een schok omhoog, inclusief haar zwaargevulde beuk. Al is het niet netjes, we kunnen er onze ogen niet van afhouden en die angstaanja gende kreten gaan behoorlijk op onze zenuwen werken. Dinsdag 14 mei, Pinkster Drie Van oudsher op Walcheren voor veel mensen een vrije dag. die besteed wordt aan ringrij- den, dauwtrappen en familiebezoek. Dit jaar komt daar niets van terecht en ook mijn vader moet vandaag, in verband met de toestand, toch naar kantoor. Dat is wegens het luchtgevaar op 11 mei verhuisd naar onze school, de R.H.B.S. aan de Brouwenaarstraat in Vlissingen. Ook de secretarie, de brandweer en de luchtbescherming zijn daar onderge bracht. De ingang wordt beschermd door een wal van zandzakken en ook de kelderluiken zijn gebarricadeerd. Mijn vader heeft vandaag voor zichzelf een bew ijs van Nederlander schap uitgeschreven, want het bewijsje dat hij op 10 mei heeft gekregen is niet voldoende. 65

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 67