Woensdag 15 mei Dus de Vesting Holland had toch gecapituleerd, maar Zeeland vecht door, bijgestaan door de Fransen. Vanavond verschijnt er ook weereen krant, een oorlogsuitgave van één pagina. Het leger- bericht zegt niets over een overgave, dus worden we niet veel wijzer. Burgemeester Van Woelderen gelast een ieder hem onmiddellijk mededeling te doen van het dalen van para chutisten, onder opgave van plaats en aantal. Er staat niet bij of dat schriftelijk dient te gebeuren. Er wordt voortdurend gewaarschuwd voor parachutisten die vermomd als non of ais verpleegster achter de linies worden afgeworpen. Die kun je eenvoudig ontmaske ren door ze 'Scheveningen' te laten nazeggen. Duitsers kunnen geen 'Sch' zeggen. Dus lopen we de hele avond de goede uitspraak te oefenen want daar kan je leven van af han gen. Verder wordt er herhaald dat we moeten verduisteren en dat er spertijd is van 9 tot 6 uur. Er is een verbod tot samenscholen van meer dan twee personen en je mag op straat niet blijven stilstaan. Ook is het verboden om de straat te schuren ofte schrobben met lei dingwater! Veel soldaten lopen nu met een speurende blik onder een helm met voorop een ovale grij ze plek soldeer. Ze hebben het roodkoperen plaatje met de Nederlandse leeuw er af gepeu terd, omdat daar de kogels in zouden blijven hangen in plaats van op af te ketsen. Bij gebrek aan nonnen en verpleegsters houden ze vrouwen in klederdracht aan en laten die 'Scheveningen' zeggen. Die antwoorden dan met schelle stem: 'Ja hoor, Scheveningen en schavuit en schobbejak.' Er komen nog steeds drommen mensen uit Vlissingen aan. Gelukkig is het voortdurend prachtig voorjaarsweer. Het dorp zit overvol, ook Biggekerke, maar verderop is er nog plaats. We helpen de banken uit de Gereformeerde kerk te breken om plaats te maken voor de vluchtelingen. Op schuren en huizen wordt met krijt geschreven hoeveel mensen er zijn ondergebracht. Dokter Van Tricht van het Rode Kruis komt de toestand van de vluch telingen inspecteren. Hij is tropenarts geweest en woont in Monte Carlo. Toen hij op 10 mei hoorde dat de Duitsers Nederland waren binnengevallen besloot hij, samen met zijn vrouw, te gaan helpen. Ondanks de chaos in Frankrijk ten gevolge van de Duitse door stoot, slaagden ze er in met de trein en per taxi Breskens te bereiken en stonden ze op 13 mei in Vlissingen met een stel loodzware koffers. Iemand vertelt het lugubere verhaal dat ze bij een scheepsbrand hun drie kinderen hebben verloren en daarom het noodlot willen tarten. Hij is in Vlissingen ingedeeld bij het Rode Kruis. Een gek gezicht, zo'n dokter in een wit tropenpak met witte schoenen, terwijl onze Rode-Kruismensen rondlopen in ouderwetse legeruniformen uit de eerste wereldoorlog. De geruchten, dat de Duitsers in Brabant snel oprukken, worden steeds talrijker, maar die worden ook steeds krachtiger tegengesproken. En postbeambte is met zijn motorfiets over de weg naar Rotterdam gereden en terug en heeft geen Duitser gezien. Een overtuigender bewijs dat het goed gaat is er niet. Mijn vader brengt daarentegen slechte berichten mee uit Vlissingen. Hij laat weer een nieuw document zien, zijn derde, dat hij van Vlissingen naar Koudekerke mag en terug. Dit keer knipte hij zijn 'pasfoto' uit zijn bruine trouwfoto uit 1924, met nog een prachtige kuif haar en een snor. De patrouilles moeten wel erg goed gelovig zijn als ze dat accepteren. Vanavond hebben we een hele toestand met opa Koppejan beleefd. Hij was met de sikkel 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 70