'i /f-m De Burgeme^§^er van Vlissingen verzoekt aan a- t&rf sp~ ,a^u houder vah alt bewijs, vrijen doortochtte willen verleenen. j£tv tt- et- eet.- Fcto van den houder van dit bewijs. -<Sc-' u. t-tt Vlissingen, J -dl .e-is 1940. De ^Burgemeester voornoemd, Ausweis. (A.H. van Dijk). Middelburg en de brandweer van Koudekerke is er nog steeds aan het blussen.Mijn vader moet weer naar kantoor in Vlissingen. Hij krijgt daar een nieuw bewijs dat hij in dienst is van de gemeente en in spertijd op straat mag. Nu in het Duits gesteld en door Van Woelderen ondertekend als Oberbürgermeister. Die doet een oproep aan de ambtenaren het werk onmiddellijk te hervatten nu de gevechten voorbij zijn en moedigt ook de bevol king aan terug te keren om plunderen te voorkomen. Bas Stok komt vertellen dat de eerste Duitsers op het dorp zijn aangekomen. Wij gaan direct kijken. Ze zien er helemaal niet zo monsterachtig uit als we verwacht hadden. Ze liggen in het gras rond de kerk uit te rusten en zweten behoorlijk. Ze hebben kennelijk een flinke mars achter de rug. We hangen een beetje rond en kijken onze ogen uit. Het zijn allemaal jonge kerels met soepele bewegingen en zien er heel wat kwieker uit dan de Hollandse en Franse soldaten met hun ouderwetse pakjes met hoge kragen en hun draai- kousen (windsels) om de onderbenen. De Duitsers dragen een grijze lange broek, die in korte zwarte laarzen steekt. En in de schacht van die leren laarzen een paar stoere steel- handgranaten. De geweren staan keurig in rotten van vier, maar de groene beschuittrom mels met hun gasmasker leggen ze nooit af. De mitrailleurs zien er heel anders uit dan de onze. Luchtgekoeld met een glanzende blauwstalen koker met ronde luchtgaten om de loop. Je draagt ze aan een handvat en ze steunen op een opklapbare tweepoot. In de winkel op het plein kopen de Duitsers literflessen Wemco limonade-gazeuse en die gaan van mond tot mond. Ze betalen netjes met Nederlands zilvergeld. Er is juist een actie van Tjoklatchocolade aan de gang. Bij inleveren van vijf wikkels krijg je een gratis reep. Omdat ze met een hele troep zijn is dat geen kunst en dat vinden we oneerlijk. Er zijn zelfs Nederlandse gasjes die voor de moffen boodschappen gaan doen met het oog op die extra reep of voor een fooitje. Trinkgeld noemen ze dat. Zoiets zouden wij nooit doen, na alles wat er gebeurd is zijn en blijven het onze vijanden. Als ze afmarcheren lopen de langste soldaten voorop. Dan klinken hun krijgsliederen door de straat, tweestemmig, angstwek kend mooi. Zaterdagavond, dus moeten we in bad. Mijn vader heeft een zinken teiltje met lauw water 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1994 | | pagina 73