stukken en schijnwerpers, alles natuurlijk onbruikbaar gemaakt Men kon er nog goed
zien, hoe de Duitsche bezetting er had geleefd Er waren geen sporen van zware
gevechten en vernieling. Maar wel was de omgeving rijk met mijnen bezaaid. Dit was
een groote teleurstelling voor mij. Ik had eenige oude kennissen willen bezoeken, die
daar vroeger leefden op de muren en op de zeewering. De bewaarder bood me aan mij
door de mijnenvelden te leiden, die hij goed wist te liggen, naar hij zei. Maar ik heb het
niet aanvaard. De man had vrouw en kinderen en ik had beenen die ik nog te goed vond
voor duitsche mijnen.Toevallig las ik gisteren in de krant dat het terrein om
Rammekens is gezuiverd van mijnen, zoodat nu het werk aan den dijk kan voortgezet
worden. Het parool is nu, dat Walcheren I November dicht moet zijn, en dat
Westkapelle moet herbouwd worden! Moge het waar worden!'
'Er is ontzettend veel noodig. De halve wereld moet bij wijze van spreken er aan te pas
komen om de noodige werktuigen, machines en materialen te verschaffen. Walcheren
is het niet waard zeggen de rekenmeesters. Als dat waar mocht zijn. dan ziet het er
maar donker voor West-Nederland uitEen verdriet voor me is het, dat ik niet
meer kan zwerven langs de kusten, op schorren, zandbanken, stranden en duinen. En
daar zou ik me best in kunnen troosten, als er nog maar hoop in die richting was. Nu
neem ik een boekje met bijna twee honderd foto's van buitengronden van Prof. Wagner
als troost en Ersatz. Maar Ersatz is Ersatz...'
Weer volgt een terugblik: de herinnering aan de aanval van de geallieerden bij Ramme
kens, waaraan Brakman naar aanleiding van zijn eerste bezoek daar weer wordt herin
nerd: 'Tegen den avond hoorden we het onheilspellende ruischen van het zeewater al in
het dorp, bij het vollopen der slooten. Overal loeiden er koeien en schreeuwden als het
ware om menschelijke hulp. Nieuwlandsche boeren haalden met gevaar voor eigen
leven hun koeien uit de Welzingsche weiden. Er liepen al geruchten over talrijke ver
dronken koeien en paarden. Hel water ruischte afschuwelijk, allerlei diergeluiden klon
ken er tusschen door. Eenzame militaire posten schoten lichtseinen in de lucht. Een
paar schijnlampen uit de richting Souburg of Vlissingen gaven bij de intredende duis
ternis nu en dan licht vlak over den grond, waardoor we met ontzetting het naderende
water al verlicht konden zien blinken.
Op 9 October liep ook de Grenadierpolder onder vlak bij Nieuwland. Tot mijn stomme
verbazing las ik in de krant, dat in de laatste poldervergadering van den polder Wal
cheren een aanwezige had voorgesteld om een commissaris te benoemen teneinde een
onderzoek in te stellen of de polderambtenaren ook schuld hadden aan de invloeiing
van den Grenadier.De vergadering bleef gelukkig nuchter. Als van militaire zijde
met niet te keeren machtsmiddelen verwoestingen worden aangericht dan kan men
daarvoor toch zeker geen poldermenschen of waterstaatsambtenaren of wie dan ook
daarvoor aansprakelijk stellen! Overigens acht ik de verwoesting van de Walcherse dij
ken volkomen verdedigbaar. Zonder deze zouden velen van ons er zeker niet meer over
kunnen kibbelen, dat is aan geen twijfel onderhevig.'
Intermezzo
Tot zover de bloemlezing uit de eerste brief. Deze brief vol terugblikken en actueel ver
slag beslaat maar liefst achtendertig handgeschreven vellen. Hij kon plotseling met een
militair naar Amsterdam meegegeven worden. De posterijen functioneerden nog niet
84