Hijsen in Middelburg, een verhaal over oude stadskranen Gezicht op de Dam tus sen Korte Delft en Giststraat. Autotypie naar tekening in kleur van J. van der Heyden, 1687. (Rijksarchief in Zeeland, Zei. III. I, 268). Middelburgse kraan heeft de Bruggenaars niet veel nieuws opgeleverd, want deze was van de gebruikelijke constructie. Volgens een tekening van J. van der Heyden uit 1687, ruim 100 jaar later, blijkt dat deze kraan twee verschillende raderen had, een groot en een klein. Onder de top van de kraanarm zijn twee openingen zichtbaar, waarlangs de reep geleid werd, voor ieder treerad één. Daardoor kon de kraan gebruikt worden voor verschillend hefvermogen, waarbij ook de dikte van de windas nog een rol speelde. Reeds in de vijftiende eeuw werd de Brugse kraan afgebeeld en ook deze had twee openingen in de top van de kraanarm. Zo konden twee vaten wijn tegelijk worden 'behandeld'. Hoe de nieuwe Brugse kraan er uit zag is niet bekend, maar de plaats van de kraan bleef tot eind 1787 bij de Kranebrug. Toen werd de kraan ge sloopt. Pas in 1733 is er in Middelburg sprake van vernieuwing, we komen daar later op terug. In andere plaatsen was al eerder meer verscheidenheid gekomen in vorm en technische uitrusting van de kranen. Een voorbeeld hiervan is de Antwerpse stadskraan, gebouwd in 1546 (afgebroken in 1811). Deze kraan was haast 16 m. hoog en bevatte twee treeraderen. Hij was op de uiterste rand van de kade gebouwd. Het ene treerad had een doorsnede van 5.78 m. en een breedte van 1.21 m. Het andere treerad dat iets hoger geplaatst was had een doorsnede van 6.17 m. 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1995 | | pagina 109