Hijsen in Middelburg, een verhaal over oude stadskranen reis) bedoeld was. Zo kwam de Pijpstraat aan haar naam. Er is enig voor stellingsvermogen voor nodig om een goede indruk te krijgen van publie ke terechtstellingen. Het woord 'leedvermaak' krijgt hier een duidelijke betekenis. Welke kranen er in Middelburg stonden Middelburg is sedert eeuwen een havenstad, vóór de negentiende eeuw zelfs een heel belangrijke. In een dergelijke stad kan men werktuigen ver wachten die met hijsen te maken hebben, dus kranen. In 1365-1366 wordt reeds een kraan genoemd die in gebruik was bij de haven. In 1438 werd een nieuwe kraan in gebruik genomen, gemaakt van 'Wesels' hout (eike hout). Tengevolge van het dichtslibben van de Arne, de oudste toegang tot de Middelburgse haven, ontstonden grote problemen voor de scheepvaart. Zelfs voor kleine schepen was de toegang tot de stadshaven vrijwel onmo gelijk geworden. Keizer Karei V gaf in 1531 toestemming tot het graven van een ander havenkanaal (van Nieuwland naar Middelburg). Het tracé hiervan is in het landschap nog goed te zien. In 1535 voer een Bretons schip met wijn als eerste langs deze vaarweg de Middelburgse haven bin nen. Ook de stadshaven werd vergroot. Langs een bestaande waterloop, die uit gediept werd, kwamen de kaaien tot stand, die aangelegd werden op de dijk van de havenuitbreiding. Met een feestelijke maaltijd werd in 1541 deze uitbreiding gevierd. Het spui met de watermolen kwamen in 1548 tot stand. Het zogenaamde Doksas (achter de Kinderdijk), de latere V.O.C. werf, werd in 1592 aanbesteed. Het was voordien de houwer (molenwater) voor het spui en de watermolen bij de stadsschuur. In de 'Nieuwe Cronyk van Zeeland' van M. Smallegange, gedrukt in 1696, is een kaart aanwezig getiteld 'Middelburg in den Jaere 1400'. Op deze sterk gefantaseerde en dus onbetrouwbare kaart is een kraan met een tree rad afgebeeld tussen de St. Janstraat en de Herenstraat, alsmede een kraan aan de noordzijde van de Dam. Op de Goliathkaart uit dezelfde Kroniek staat een wipkraantje afgebeeld tussen de Segeersstraat en de Nieuwstraat. Deze wipkranen hadden geen fiscale functie en werden niet door de kraan kinderen bediend. De eerder genoemde Goliathkaart vertoont ook een afbeelding van een grote kraan met aan weerszijden een treerad bij de Molstraat, voor het Accijns- of Provoosthuis op de noordzijde van de Dam. De kraan staat naar voren aan het water. Juist er voorbij, waar nu het standbeeld van Koningin Emma staat, was de zwaaikom, waar niet al te grote schepen gekeerd konden worden. Vlak naast de plaats van de kraan is op prenten en 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1995 | | pagina 112