Hijsen in Middelburg, een verhaal over oude stadskranen
Alleen goederen met een geleidebiljet en 'beklopt' (gestempeld) met het
stadszegel mogen worden behandeld. In 1661 wordt bepaald dat de kraan
kinderen moeten kunnen lezen en schrijven. Die eis wordt in 1666 nog
eens herhaald. Tenslotte moetje toch als beëdigd kraankind de geleidebil-
jetten kunnen lezen en de administratie bijhouden.
Ook de sledevoerders, kraanslepers en wijnslepers of schroders, vier
namen voor eenzelfde beroep, vallen onder het kraanpersoneel. De namen
Schroder, Schreuder en Schroder komen uit dit beroep voort, evenals uit
het kleermakersvak. Het woord 'schroden' betekent eveneens afknippen,
afsnijden van stoffen. Het zogenaamde snoeien van munten werd ook
schroden genoemd.
De slepers en wagenaars (woorden die voor zichzelf spreken) waren aan
een tarief gebonden dat heel precies het soort der goederen aangaf en de
afstand waarover deze moesten worden vervoerd. De begrenzing van het
afstandstarief werd voor de Middelburgse binnenstad (een buitenstad was
er toen nog niet) nauwkeurig bepaald. Hoe verder men buiten de Dam,
kaaien. Segeersstraat, Wal, Balans, Spanjaardstraat, Singelstraat en Pijp-
straat kwam, hoe hoger het tarief werd.
In de 'Ordonnnantie op het Kraanregt voor de Kraankinderen en Wijnsle
pers' van 1669 wordt vastgesteld, dat ook de paarden zich aan regels heb
ben te houden. Zij mogen niet gaan 'peysteren' (op stal gevoederd
worden), maar moeten 'op de Kaaye aen de Mande blijven' en ze mogen
niet langer stilstaan dan van 11 tot 1 uur.
De kraankinderen en slepers moeten minstens 20 jaar oud zijn en ze
mogen geen fooien aannemen. De verpakking beschadigen om zo van de
inhoud te genieten is ook al verboden. Met de inhoud zal wel geen robbe-
traan of terpentijn bedoeld zijn.
De kraanmeester, die weer boven de kraanvaders staat, moet van 15 maart
tot Bamisse (St. Bavomis, 1 oktober) van 7 tot 11 uur en van 1 tot 6 uur
aanwezig zijn, maar in de winter is de werktijd korter.
Voorrang bij het vervoer hebben vloeibare produkten als wijn, siroop,
honing, olie, traan en terpentijn. Wijn was ver uit het belangrijkste produkt
dat de kraan passeerde.
De kraanwerkers en slepers waren kennelijk nogal dorstige klanten, want
in de verordening van 1689 wordt vastgesteld, dat dronkenschap en afwe
zigheid daardoor op de volgende dag wordt beboet met drie schellingen.
Bij ziekte van één van de kraankinderen moeten de anderen het werk van
de zieke waarnemen en als er sprake is van vervanging door een tijdelijke
kracht moet dat 'Uyt de gemene burse' (het gezamenlijk gebeurde loon)
betaald worden. Zij mogen alleen in kelders of pakhuizen komen om goe
deren te verladen. Breuk van goederen door 'Swakheyt of ander gemeen
115