Hijsen in Middelburg, een verhaal over oude stadskranen
Geluk', dus een ongeluk, moet door de kraankinderen worden vergoed. Zij
mogen geen bekers, kroezen oi'drinkhoorns bij zich hebben!
Artikel XXIX van deze ordonnantie zegt: "Item en sal niemand vrij ofte
onvrij zijnde sijn water mogen maken voor aan de kraan op de boete van
Ses Grooten Vlaams." Dat wordt dus barsten of de kaairand. Artikel XXX
regelt een ander aspect van het gedrag: "Nog in malligheid of anderszins
binnen de kraan ofte in kooplieden kelders, vermogen 't geselschap te
begroeten met achterklappende winden op boeten van Ses Grooten
Vlaams.
Het laten van winden was dus verboden, maar gezien het tarief werd het
niet als een grote zonde beschouwd. Vloeken, zweren of 'ondurple'
(onkuise) woorden spreken, het mes trekken, braken of overgeven in de
kraan, het mag allemaal niet. De kraankinderen mogen niet gaan drinken
in herbergen of tapkelders. Als zij dorst hebben kunnen zij in de kraan
gaan drinken.
Een merkwaardige ordonnantie is die op de 'Aanslagers van de Groote
Kraane.' Deze mensen waren belast met het registreren van de fiscaal
kraanplichtige goederen. Daarbij was het niet noodzakelijk dat de goede
ren ook daadwerkelijk de kraan passeerden. De aanslagers gingen ook
naar de grote vrachtschepen die op de rede lagen om de belastingplichtige
goederen aan te slaan (aanslagregelend ambtenaar). Van het letterlijke
'aanslaan', aan de haak slaan, komen we zo bij het overdrachtelijk
gebruikte woord 'aanslager' terecht.
Het eerste artikel van deze verordening begon met de bepaling: "Zij moe
ten elkander 't zij man of vrouw ter aarde helpen dragen."
Voor het lossen van goederen moesten 'smakkingen' gehouden worden,
een loting met behulp van dobbelstenen. In de ordonnantie werd bepaald
dat "Degene die bij lootingen sijn beurt sal vallen Looy te sijn, hij is ver
plicht die dag het mindere fust te behandelen." Hij moet dus de kleine
vrachtjes alleen hijsen. Wie het laatst in de kraan komt, moet de kraan
schoon houden en de turfbakken vullen. Hij moet ook 's morgens het vuur
aanmaken en hij mag de sleutel niet aan iemand anders geven.
Mede uit gegevens van andere steden die stadskranen in bedrijf hadden,
blijkt dat de kraan een belangrijk fiscaal instrument was. De stedelijke
overheid probeerde dan ook steeds concurrerende steden de voet dwars te
zetten door het alleenrecht op de kraan te verkrijgen. Middelburg slaagde
er zo in Vlissingen uit te schakelen als kraanplichtige stad.
De fiscale afhandeling van goederen door het kraanpersoneel werd steeds
aangepast aan de behoefte van het ogenblik. De kraan was, na de waag
(Balans), een belangrijke bron van inkomsten voor de plaatselijke over
heid. Deze inkomsten aan belasting werden soms ook verkregen door het
116