Hijsen in Middelburg, een verhaal over oude stadskranen
De oude kraan werd gesticht in dagen van welvaart; zij gaat teniet in een
minder gunstigen tijd. Moge later van het opgerigte werktuig het tegen
overgestelde gezegd kunnen worden."
In een voetnoot deelt Nagtglas mee dat hij deze en nog andere gegevens
dankt aan de heer J. Snijders, kraanmeester alhier. Deze waag- en kraan-
meester van Middelburg heeft in de jaren zestig van de 19de eeuw veel bij
zonderheden beschreven van de vroegere stadskranen. Hij heeft dat 'in een
net met afbeeldingen versierd handschrift' bijeengebracht. Het manuscript
werd in het stadhuis bewaard, waar het helaas in 1940 is verbrand.
Het is wat verwarrend met de oude en nieuwe kranen. Als de kranen, zoals
die in Dordrecht, een naam hadden gekregen was het beter te overzien
geweest. Even samengevat: de voorganger van de kraan van Jan de Munck
werd in 1746 gesloopt en de nieuwe, door hem ontworpen kraan kwam in
datzelfde jaar in bedrijf. Na ruim 1 15 jaar trouwe dienst verdween ook
deze van het toneel en werd in 1862 vervangen door de huidige ijzeren
kraan.
Krantenlezende kraankinderen
Het blijkt dat de kraankinderen op de hoogte wilden blijven van de vele
veranderingen die met de verdwijning van het Ancien Régime gepaard
gingen. Zij hadden in 1789 een collectief abonnement op de 's-Graven-
haagsche Courant, in 1791 op de Haarlemsche Courant, in 1793 en 1794
op de Rotterdamsche Courant en in 1798 (voor één kwartaal) op de
Middelburgsche Courant.
Tenslotte: in het kraanregister van 1860-1862 wordt op 27 februari 1862
de laatste lossing met de oude kraan vermeld. Dat werd hijsen in
Middelburg, want de laatste lossing bestond uit 3 oxhoofden jenever en
een pijp wijn. Het kraangeld bedroeg 1,45.
In de voorwaarden voor afbraak van deze kraan, gedateerd 13 maart 1862
en vermeld in een akte verleden voor notaris Van der Horst te Middelburg,
wordt gezegd, dat het gebouw met alles wat aard- en nagelvast is, bene
vens de grote kraanreep (hijstouw), drie ladders en het treerad, zal moeten
worden gesloopt tot één el onder de straat. De aannemer moet zorgen dat
de door de gemeente beschikbaar gestelde aanvulgrond goed wordt aange
stampt en ingewaterd tot straathoogte.
Leunis van Rooyen uit Westkapelle is de hoogste afmijner en een zekere
Ingelse de hoogste inschrijver. Hij krijgt daarvoor 12,10, dat is 1% van
de opbrengst. Het werk moest in acht weken gereed zijn en daarmede ver
dween een markant bedrijfsgebouw uit Middelburg.
In de Middelburgsche Courant van die dagen verschijnt de volgende
advertentie:
123