Hijsen in Middelburg, een verhaal over oude stadskranen "Openbare verkooping door de notarissen Woutersen en Loejfop Dings- dag den 18 November 1862 des voormiddags ten tien ure, te Westkapelle, aan de Kerkepad van een partij afbraak afkomstig van de oude kraan te Middelburg, en bestaande uit zeer goede ribben van verschillende lengte en zwaarte, dorsch- en vloerdelen, planken enz. Inlichtingen bij de eige naars Jacobus Minderhoud en Leunis van Rooyen te Westkapelle." De ijzeren kraan Op 7 maart 1862 loste het stoomjacht, een van de twee raderstoomboten van de 'Middelburgsche Maatschappij van Stoomvaart', een beurtdienst op Rotterdam, met behulp van de nieuwe kraan een vaatje jenever en negen oxhoofden wijn. Het kraangeld was 1,60, de fiscale functie van de kraan bestond niet meer. Daarmee beginnen we het verhaal van weer een nieuwe kraan. Op 10 juni 1861 besloot de gemeenteraad tot het bouwen van deze kraan. Middelburg deed krampachtige pogingen om het steeds verder voortschrij dende verval te beteugelen. Er was al vele jaren sprake van de aanleg van een spoorweg die Midden-Europa met de Westerschelde moest verbinden, maar daarover was in 1862 nog steeds geen beslissing genomen. Ook de aanleg van een nieuw havenkanaal kwam maar steeds niet tot stand, hoe wel diverse pogingen werden ondernomen. Het bij 'Wulpenburg' uitmon dende kanaal dat in 1817 werd aangelegd was door getijbeweging en aanslibbing vrijwel onbruikbaar geworden voor de scheepvaart. De niet met steen bezette glooiingen werden met krammatten van stro tegen hoge kosten zo goed mogelijk verdedigd. De Middelburgse haven was nog steeds een getij haven en alleen met veel baggerwerk kon zij bij vloed bevaarbaar worden gehouden. De schepen werden steeds groter en stoom schepen kregen een andere vorm dan de veelal platboomde zeilschepen. De stoomschepen konden in de havens veel moeilijker op de 'scheepsza- tes' liggen. Een scheepszate is een vlakgebaggerde plaats aan de loswal. waar een schip zonder kapseizen bij laag water kan liggen. Het besluit wordt genomen de nieuwe kraan te plaatsen aan de Rotter- damsekaai, waar vroeger ook een kraan stond. Deze kraan wordt 'naar de eisen des tijds' een ijzeren kraan. We hebben nu te maken met een soort nieuwe ijzertijd. Bruggen, schepen, viaducten, stationsoverkappingen, gevelconstructies, pilaren, muurrozetten, straatmeubilair, een veelheid van zaken, wordt van gietijzer of smeedijzer gemaakt. Zelfs standbeelden ont komen er niet aan. Het standbeeld van Michiel de Ruyter is in 1841 al van ijzer gegoten en het is daarmee één van de betrekkelijk weinige gietijzeren standbeelden in Nederland. Er wordt een inschrijving geopend onder Nederlandse en Belgische fabri kanten en daarbij valt de keus op de firma de weduwe A. Sterkman en 124

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1995 | | pagina 126