Bert Teunis
twenties. Cabaret, theater, film. Max Reinhardt, de Dreigroschenoper van
Bertholt Brecht, de UFA-filmstudio's in Berlin-Babelsberg: het Holly
wood van Europa. Hij kende de liedjes. Zong ze zelf. Bert met een orkestje
op het podium, rood jasje, witte pantalon, kun je het je voorstellen? Na de
opening van het academisch jaar van de Hogeschool Zeeland in de
Burgerzaal van het Middelburgse stadhuis in september 1993, die hem als
gebruikelijk niet bijster kon bekoren, ging hij samen met een goede
vriendin een luchtje scheppen buiten het stadhuis. Daar hebben ze met z'n
tweeën een heel repertoire gezongen. Van In einer kleinen Konditorei, da
safien wir zwei, bei Kuchen und Tee... tot Bei der Kaserne, vordem grofien
Tor, steht 'ne Laterne, und steht sie noch davor, da wollen wir uns wieder-
sehbei der Laterne woll 'n wir steh 'n, wie einst Lili Marlen.
In Keyzer kwam dat beeld in eens sterk boven, samen met andere verhalen
over schrijvers, dichters, kunstenaars die in het leven van Bert een rol heb
ben gespeeld, die in zijn verhalen altijd een hoofdrol speelden, alsof hij
zelf achter de coulissen alleen maar meegekeken heeft. Dat was zijn
bescheidenheid. In werkelijkheid was hij voor veel van hen ook een stimu
lerende persoonlijkheid, met wie ze graag verkeerden. "Waarom heb ik
hem nooit eerder ontmoet"heeft een van hen ooit gezegd, "mijn leven zou
erdoor verrijkt zijn." Hij had gelijk. Wie het geluk heeft gehad hem gekend
te hebben kan zich nog laven aan de herinnering aan hem en aan zijn ver
halen.
De levenden hebben hun herinneringen. "Maar ook die gaan voorbij" zei
Bert eens in een sombere bui. die zijn doorgaans stoïcijnse humor even
onderbrak toen hij wist dat hij niet zo lang meer te leven had. Laten we
hopen dat de herinneringen aan Bert nog minstens twee generaties zullen
duren, dat zijn filosofische, non-conformistische, erudiete levenshouding
als een voorbeeld stand houdt.
1Dit is een bewerking en actualisering van een artikel dat eerder in het tijdschrift Zeeland
van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen verscheen (jaargang 4,
nummer 1).
2. Het pand is gekocht door pensioen-, hypotheek- en assurantiebemiddelingsbedrijf
Nagelmakers, die er kantoor in vestigt. De overdracht is vastgesteld op 1 oktober 1995.
3. Teunis betrok het pand in 1978. maar moest toen nog met de verbouwing beginnen, waar
onder de inrichting van zijn bibliotheek.
22