Een kaai van negen huizen
wezige panden opsomt) geeft al een reeks van negen huizen, zoveel als er
in 1940 ook stonden, het hoekpand op de Rouaanse kaai met de zijgevel
aan de Dwarskaai meegeteld.
De hoek, waar de Dwarskaai en de Rouaanse kaai haaks op elkaar ston
den, was het meest prominente punt in de wijde omtrek. Het zou een uiter
mate geschikte plek geweest zijn voor een blikvanger in het stadsbeeld. Op
die situatie is niet ingespeeld. Toen de erven werden uitgegeven, aan het
einde van de 16de eeuw, schonk men nog geen aandacht aan het stede
bouwkundig effect van een huizenblok - in ons geval een kaaiwand - als
geheel genomen. De mooie hoek bleef bij de verkaveling over als een rest-
ruimte, nog net geschikt voor een bescheiden huis zonder achtererf, een
minus-variant. Overigens hebben we hier niet te maken met een uitslui
tend Middelburgs gebrek aan inzicht. Bij alle stadsuitbreidingen uit
dezelfde tijd, ook bij de Amsterdamse grachtengordel enkele decennia
later, treffen we het gesignaleerde verschijnsel aan.
I
Overzicht van de kaaien
aan de haveningang,
gezien vanaf de
Oostpunt, vóór 1875.
(Foto Gerstenhauer
Zimmermann).
Oude en Nieuwe Kamer van de VOC
Het is geen wonder dat in deze omgeving de handelscompagnieën zich
nestelden. In het begin van de 17de eeuw heeft de Kamer Zeeland van de
VOC gebruik gemaakt van een huis op de Dwarskaai en pakhuizen in een
slopje achter het westelijke hoekpand. Tot aan het bombardement van
1940 hield het opschrift 'Oude Oostindische Kamer' boven de poort die
toegang gaf tot het steegje de herinnering hieraan levend. Al gauw verhuis
den de Bewindhebbers naar een 'Nieuwe Kamer' aan de overkant, waar,
op een terrein strekkend van de Breestraat tot de Rotterdamse kaai. het
gigantische 'Oostindische Huis' vorm kreeg, met ruimten bestemd voor
bestuur, kantoren en opslag van waren. De forse fagade die het complex in
1711 aan de Rotterdamse kaai rijk werd en waar de bewoners van de
Dwarskaai sindsdien op uitkeken, was vlak, deftig en imponerend, ver-
25