n kaai van negen huizen
woesting nog steeds prijkte met zijn typische pilastergevel uit de bouwtijd
en een immens grote, dwarse kap.
Het uit omstreeks 1615 daterende Schillemans-Visscher panorama laat
een reeks van toppen zien. Dit valt moeilijk te rijmen met de zojuist
genoemde gegevens. Het kan zijn. dat het de weergave betreft van vóór het
dwarse dak gezette toppen die later, toen de mode veranderde, gesneuveld
zijn.
Het in 1817 ter gelegen
heid van de opening
van de Nieuwe Haven
opgerichte monument.
De Dwarskaai maakt de ups en downs mee van de haven
De Dwarskaai was sedert de totstandkoming in 1875 van het droogdok
(officieel genaamd Prins-Hendrik-Dok) niet meer in gebruik voor de
scheepvaart. Om te begrijpen wat die verandering inhield en hoe zij tot
stand kwam. moeten we de geschiedenis van de Middelburgse haven
induiken.
In het begin van de 19de eeuw, om maar zo ver terug te gaan, maakte
Middelburg een dieptepunt mee in haar bestaan, wat voor een belangrijk
deel aan het verval van de handel en de moeilijkheden van de scheepvaart
te wijten was. Aan de oorlog met Engeland scheen geen einde te komen.
Zelfs op de Zeeuwse stromen was de vaart niet altijd veilig. Indruk maak
te, blijkens een vermelding in de 'Middelburgsche Wachtalmanach' - een
uitgave van Altorffer - van 1805, dat in 1804 een groot Engels schip op de
Oosterschelde twee vrachtboten en een beurtvaarder op Rotterdam had
buitgemaakt.
Als graadmeter van de droevige staat waarin de Zeeuwse hoofdstad ver
keerde, kan het bewonersaantal dienen. Het aantal van 25.000 inwoners
dat de stad in de 18de-eeuwse bloeitijd telde, was omstreeks 1820 gehal
veerd.
Met het vertrek van de Fransen en het optreden van koning Willem I her
leefde de hoop. niet in het minst omdat de nieuwe regering met grote
voortvarendheid het probleem van de Middelburgse haven aanpakte. In
plaats van de vaarroute naar Nieuwland en vandaar naar Welzinge. die al
tijdenlang verzandings-problemen opleverde, werd in 1815 en 1816 een
nieuw kanaal gegraven, ditmaal in noordelijke richting, dat oostelijk van
Veere toegang verschafte tot het open water.
Groot was de dankbaarheid van de Middelburgers. Toen de vorst in 1817
de Nieuwe Haven kwam openen werden drie gelegenheids-erepoorten op
gesteld en als blijvend huldebetoon 'Aan den Koning' ('aan welken
Middelburg deszelfs redding naast God verschuldigd is", aldus de Raad)
een 'zuil' (obelisk), voorlopig in hout uitgevoerd, daarna in steen, op de
hoek van de Rouaanse Kaai en de Dwarskaai. welk gedenkteken nog
heden ter plekke kan worden bewonderd (een voorstel tot sloop in 1902 bij
de gemeenteraad ingediend kreeg onvoldoende steun).
29