kaai van negen huizen
derdag na de Middelburgse markt of op vrijdag vertrokken van de
Dwarskaai schepen naar dorpen tot in de verste uithoeken van de provin
cie. Zuid-Beveland: de Zuid-Kraayert, Borssele, 's-Heer Arendskerke,
Waarde en andere dorpen. Noord-Beveland: Kamperland en Geersdijk.
Verder St. Maartensdijk op Tholen en diverse plaatsen in Zeeuws-
Vlaanderen: Breskens, Philippine, Hoofdplaat en Walsoorden.
Om het beeld voorde Dwarskaai te completeren dient melding gemaakt te
worden van de 'Rotterdamse boot' (voor Rotterdam de 'Middelburgse').
Die had als vaste ligplaats het kaaihoofd hoek Dwarskaai-Rouaanse kaai.
bij het monument uit 1817. Ook dit stoom-raderschip was in gebruik voor
de beurtvaart. Het introduceerde de nieuwe tijd. Aan het hoofd stond niet
een schipper, maar een 'bevelvoerder', en diens onderhorige heette
'machinist'. Het eerste van de 'stoomjagten' die op Rotterdam gingen
varen, de 'Princes Marianne", werd in 1825 feestelijk in gebruik genomen
(als machinist fungeerde ene Mungo Sloan, wat niet zo inheems klinkt.
Blijkbaar hadden de Middelburgers nog geen verstand van machines). Het
gevolg was wel dat het aantal zeil-beurtvaarders op Rotterdam enkele
jaren later gereduceerd was tot twee. in plaats van de tien die aan het begin
van de jaren '20 nog dienst deden en de 14 in 1721 (waarvan de helft aan
gesteld door Middelburg en de andere helft door Rotterdam).
De Rotterdamse stoomboot bleef evenwel uitzondering. Voor alle andere
bestemmingen bleef het zeilschip in zwang. Met elkaar een fijnmazig net
werk van verbindingen van de Zeeuwse hoofdstad op het (toen nog) eiland
Walcheren met de rest van de wereld. Wagens vervoerden de goederen
naar plaatsen die door de boten niet werden aangedaan. Zo stond bij voor
beeld bij aankomst van het schip uit Rotterdam de wagen voor Vlissingen
klaar.
Er is niet veel verbeeldingskracht voor nodig om te beseffen dat dit gaan
en komen aan de kaaien schipperskroegen deed floreren, en ook winkels
voor scheepsonderdelen, en andere voor de schippers onontbeerlijke
zaken. Zo ook op de Dwarskaai: in de 19de eeuw een in G 112 gevestigde
zeilmakerij, ernaast in G 113, op de hoek van de Rouaanse kaai, het
Rotterdamse bestelhuis, verder in G 110 een kruideniersbedrijf annex
bestelhuis voor Zierikzee.
Grote plannen
Het havenkanaal van 1817 had geen sluizen, met als gevolg dat het verzan
den en dichtslibben al gauw problemen opleverde. Dit maakte de positie
van Middelburg als havenstad hoe langer hoe meer precair. De Middel
burgers waren niet van zins zich daarbij neer te leggen. Al vóór het midden
van de eeuw is er geijverd om. speciaal ten gerieve van de handel, betere
verbindingen van de stad met de buitenwereld tot stand te brengen.
31