Een kaai van negen huizen G 108 einde aan de bewoning van G 107 door leden van de familie Van Visvliet. De dochters verhuisden naar de Lange Giststraat. Het huis kwam nu in het bezit van H.W.J. Callenfels, inspecteur der direc te belastingen, invoerrechten en accijnzen. Het bood voldoende ruimte voor diens kantoor en het gezin (negen kinderen). De mooiste vertrekken lagen aan de achterzijde, waar geprofiteerd kon worden van de ligging op het zuiden en van de tuin. Desalniettemin gaf de huisheer voor het dage lijkse wonen de voorkeur aan de kamer aan de straat, tegenover het kan toor. In I932 verhuisde de familie Callenfels naar Aerdenhout. Sedertdien was in het pand - tot aan de brand van 1940 - een pension gevestigd. Het huis genaamd De (Jouden Kroon, G 108 G 108, oudtijds 'De Gouden Kroon' geheten, was in 1940 een hoog oprij zend pand van drie vensterassen. Als we afgaan op de tekening 'Gezicht van de Oostpunt' in de Kroniek van Smallegange, heeft er vóór de 18de- eeuwse verbouwing een dwarshuis gestaan van twee verdiepingen met net zo'n hoog dak als G 110. De kaart van Goliath geeft ook een dwarse kap. In de 18de eeuw is het huis zonder kosten te sparen vernieuwd. Hoeveel daarbij, inwendig, van het oude werk bewaard bleef, valt helaas niet meer uit te maken, maar dat bij de 18de-eeuwse modernisering niet is volstaan met halve maatregelen is wel duidelijk, gezien het uitwendig voorkomen dat het huis sindsdien had. Het voorste gedeelte van het pand kreeg een schilddak, wal destijds de duurste en mooiste maatregel was om een woning een deftig voorkomen aan de straat te geven. De gevel prijkte met snijwerk aan de kroonlijst en aan de omramingen van de vensters. Extra aandacht was besteed aan de ingangstravee: de voorname omlijsting van de voordeur was met die van de vensters daarboven gecombineerd tot een indrukwekkende verticaal. Deze partij bevond zich onevenwichtig aan de linkerkant, in strijd met het 'theoretisch' vereiste van een centrum gravita- lis. een middenas in de compositie. G 108 leverde het beeld op. om zo te zeggen, van een 'palazzo' waaraan links twee traveeën ontbraken. Een zwaartepunt op de zijkant moge voor die tijd bouwkundig-compositorisch als 'abnormaal' gelden, bij de toenmalige verbouwing van het 17de -eeuw- se huis was zij - in Middelburg en elders - volkomen normaal. Het betreft een 'afwijking' die in feite aanwezig is bij ieder huis met een nadrukkelijk omlijste voordeur aan de zijkant. Het was een concessie uit praktische overwegingen, waarvoor - we zagen het al bij G 106 - de reden niet ver te zoeken is: het betreffende huis is niet breed genoeg voor een kamer aan weerskanten van de gang. Hoe rijker de aan de zijkant terecht gekomen voordeurpartij, hoe meer de onregelmatigheid opvalt, vooral aan buiten landers. De Nederlanders zijn geheel vertrouwd met het verschijnsel. 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1995 | | pagina 44