Een kaai van negen huizen noord-oosten, de achterkant door gebrek aan tuin. Alleen al daarom moet het huis in de 18de en 19de eeuw achterop geraakt zijn en zullen ingrijpen de en kostbare verbouwingen achterwege zijn gebleven. Het pand was in de 19de eeuw tientallen jaren lang in bezit van de familie Soute, die er het bedrijf in uitoefende van zeilmakerij. In de jaren waarin de haven vóór de deur tot droogdok werd gemaakt, was Cornelis Johannes Soute eigenaar. Hij zal niet blij zijn geweest met de veranderingen in de buurt. Misschien heeft de opkomst van het stoomschip ook een rol gespeeld bij de beslissing die hij in 1882 nam om zijn op de zeilvaart geënt bedrijf te liquideren en zijn huis te verkopen. Het is overigens niet onmogelijk, dat in dit geval het initiatief is uitgegaan van de koper. We mogen aannemen dat de gegadigde die zich aandiende belangstelling had voor het huis als specimen van historische bouwkunst (vooral uitwendig gaaf bewaard gebleven, inwendig waren er wel verande ringen aangebracht, onder andere door wijziging van het voorhuis en door het aanbrengen van stucplafonds). De Middelburgse architect Jan Adriaan Frederiks - onder andere secretaris van de commissie van het Zeeuwsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen tot het opsporen, het behoud en het bekend maken van overblijfselen van kunst en oudheid in Zeeland - kocht het huis in 1882 in opdracht van de in Haarlem woonachtige Abraham Lodewijk Dyserinck. Dyserinck, koopman, en, zoals Frederiks in de koopakte uitdrukkelijk vermeld wilde zien. 'ridder der orde van de Nederlandsche Leeuw, president der Kamer van Koophandel te Haarlem, lid van den Gemeenteraad aldaar en lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland', stamde uit een Middelburgs geslacht en was in Middel burg geboren. Hij was 70 jaar oud toen hij het huis 'In de Steenrotse' kocht. Overigens is niet bekend wat zijn bedoeling is geweest met de aan koop van het huis. Frederiks heeft tekeningen gemaakt, maar die zijn niet bewaard gebleven. Het schijnt dat gedacht is aan reconstructie van de ver dwenen top. In 1886 maakt een artikel in 'Eigen Haard' melding van die mogelijkheid en noemt een Antwerpse gevel die daarbij als voorbeeld zou kunnen dienen. In datzelfde jaar 1886 is Dyserinck in Haarlem overleden. Zijn dood moet de plannen die hij had met het huis, van welke aard die ook waren, door kruist hebben. In de daarop volgende decennia bleef 'In de Steenrotse' in gebruik als win kel. hoewel het. met zijn historische gevel en zijn ligging buiten het stads centrum aan een stille kaai. daarvoor niet erg geschikt was. De ene handelaar volgde de andere op, telkens maar voor korte tijd. Eerst was het A. Klemkeek, koopman in schoenen en manufacturen. Na hem kwam Joh. de Jonge, 'bierhuishouder', met als reclame op de gevel: Café Biljard. Vervolgens veranderde het opschrift aan de voet van de gevel in: 'Tabak en 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1995 | | pagina 52