Bossen op Walcheren, een kwestie van tijd
Bossen en hun functies
Tijden veranderen: bossen veranderen mee
Zo'n 3000 jaar geleden was het bos voor de prehistorische mens in
Midden-Europa van levensbelang. Als jager/verzamelaar joeg hij er op
wilde dieren en verzamelde er vruchten en planten. Het bos had ook een
mythische functie: hier woonden de goden en geesten en oude bomen wer
den met ontzag behandeld. Hoe anders was dat op het 18de-eeuwse Wal
cheren. Om de stinkende en warme stad te ontvluchten legden rijke koop
lieden uit Middelburg buitenplaatsen en lusthoven aan, volgens de mode
en normen van die tijd. Aanzien en status waren daarbij belangrijke drijf
veren. De kronieken van Smallegange en Tirion en Gargon's 'Walcherse
Arkadia' geven de sfeer uit die periode treffend weer. De laanbeplantingen
en sterrebossen van de lusthoven waren evenwel niet alleen voor de sier
aangelegd. Zij leverden ook brand- en timmerhout. Anno 1995 hebben de
bossen deze functie verloren. Nu wordt dood hout in het bos hoog gewaar
deerd. Dat levert immers veel bijzondere paddestoelen en insekten op.
zaken die 150 jaar geleden eerder als een pest dan als een zegen werden
gezien.
Een ander voorbeeld hoe bossen de geest en de maatschappelijke behoef
ten van een bepaalde periode weerspiegelen zijn de kustduinbebossingen,
waarvan in Zeeland de Boswachterij Westerschouwen en het bos van
Oranjezon de duidelijkste voorbeelden zijn. Deze bossen zijn primair aan
gelegd om de stuivende duinen vast te leggen (Van Haperen. 1993). Op de
achtergrond speelde daarbij de behoefte aan mijnhout. Pas in tweede in
stantie kwam in de jaren dertig het aspect van werkverschaffing om de
hoek kijken. Nu, ruim 50 jaar later, worden stuivende duinen juist hoog
gewaardeerd en zijn de Limburgse mijnen al enkele decennia gesloten.
Door de bril van de recreant en de natuurminnaar worden de 'dennenak
kers' al snel als eenvormig en saai gekwalificeerd.
Hoe moet het bos van morgen eruit zien?
De lage landen bij de Noordzee behoren tot de dichtstbevolkte en minst
beboste streken ter wereld. Per hoofd van de bevolking heeft Nederland
gemiddeld slechts circa 235 nf bos. Nergens ter wereld is dit cijfer zo
laag. Aan de andere kant behoort Nederland tot de (kleine) groep van lan
den met de grootste import aan hout per inwoner. Daarmee zijn twee grote
maatschappelijke behoeften voor de komende decennia aangeduid.
Recreatieruimte en meer hout uit eigen land, dat zijn twee pijlers in het
bosbeleid van de Nederlandse overheid. Een derde belangrijk punt is de
natuur in het bos. Een groot deel van het Nederlandse bos is nog relatief
jong en niet erg rijk aan natuurwaarden. Het is enkele decennia geleden
aangelegd en beheerd volgens de principes van de klassieke bosbouw.
94